toets m brandt na het inschakelen van
het contact ononderbroken. Na het
uitschakelen van het contact dooft
ook het lampje in de toets m
Voor het bedienen van het systeem
moet de handzender in de auto lig‐
gen. Als de auto niet start, steekt u de
mechanische sleutel van de hand‐
zender in de zendersleuf in het op‐
bergvak instrumentenbord.
Voertuig starten en stoppen 3 108.
Contact inschakelen
Schakel het contact uit, trap het rem‐
pedaal in en druk één keer op m om
het contact in te schakelen. Wanneer
de auto bedrijfsgereed is, licht op de
instrumentengroep het lampje
R op. Dit kan bij extreem
lage temperaturen zo'n 15 seconden
in beslag nemen. De motor start al‐
leen als dat nodig is. Als de auto niet
start, verschijnt er op de instrumen‐
tengroep een scherm met inactieve
brandstof- en accumeters.
Lamp voertuig gereed3 79.
Voertuig starten en stoppen 3 108.
NB: "contact aan/uit" verwijst naar de bedrijfstoestand van de auto.
1)
Contact uit
Schakel het contact uit met de toets
m bij de auto in P. De vertraagde uit‐
.
1)
schakeling stroom blijft actief totdat
het bestuurdersportier wordt ge‐
opend. Bij het uitschakelen van het
contact terwijl de auto niet op P staat,
is de auto niet bedrijfsgereed. Wel
werken er dan enkele elektrische
functies van de auto. Er verschijnt
een bericht op het Driver Information
Centre (DIC).
Behouden stroom uit 3 107.
Elektrische aandrijving 3 114.
De auto kan met een elektrisch stuur‐
slot uitgevoerd zijn. Het slot wordt ge‐
activeerd als het contact wordt uitge‐
schakeld en één van de voorportieren
wordt geopend. Bij het activeren of
deactiveren van het slot kan er een
geluid klinken. Als de wielen niet in de
rechtuitstand worden gezet, wordt het
stuurslot wellicht niet ontgrendeld. Als
dit gebeurt, start de auto wellicht niet.
Draai bij de startpoging het stuurwiel
van links naar rechts. Raadpleeg een
werkplaats als dit niet werkt.
Rijden en bediening
Als de auto in een noodsituatie moet
worden uitgeschakeld:
1. Rem stevig en gelijkmatig af. Rem
niet pompend. Hierdoor kan de
rembekrachtiging afnemen en
moet u het rempedaal krachtiger
intrappen.
2. Schakel de auto in N. U kunt dit
onderweg doen. Trap het rempe‐
daal na het inschakelen van N
krachtig in en stuur de auto naar
een veilige locatie.
3. Zet de auto geheel stil, schakel P
in en schakel het contact uit door
op de knop m te drukken.
4. Trek de handrem aan 3 117.
Vertraagde uitschakeling
stroom
De volgende elektronische systemen
kunnen werken tot het bestuurders‐
portier is geopend of maximaal
10 minuten nadat het contact werd
uitgeschakeld.
107