26
Sleutels, portieren en ruiten
Vertraagde vergrendeling
Deze functie vertraagt het vergrende‐
len van de portieren tot
vijf seconden nadat alle portieren ge‐
sloten zijn.
Bij het indrukken van ) op de scha‐
kelaar elektrische portiervergrende‐
ling bij een geopend portier klinken er
drie zoemtonen om aan te geven dat
vertraagde vergrendeling actief is.
De portieren worden vijf seconden na
het sluiten van alle portieren automa‐
tisch vergrendeld. Als er vóór die tijd
een portier wordt geopend, gaat de
tijd van vijf seconden na het sluiten
van alle portieren weer in.
Druk op de centrale vergrendelings‐
toetsen op ) of druk op de handzen‐
der op ) om de portieren onmiddellijk
te vergrendelen.
U kunt deze functie ook via de per‐
soonlijke instellingen programmeren.
Persoonlijke instellingen 3 85.
Automatisch vergrendelen
Automatische
portiervergrendeling
De portieren kunnen zodanig worden
geprogrammeerd dat ze bij het uit‐
schakelen van P (parkeerstand) wor‐
den vergrendeld.
Persoonlijke instellingen 3 85.
Automatische
portierontgrendeling
Als Automatische portierontgr. inge‐
schakeld is, worden alle portieren bij
het inschakelen van P (parkeerstand)
automatisch ontgrendeld.
Kindersloten
9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Druk op de toets H% om te activeren.
De LED in de toets brandt.
Druk opnieuw op H% om te deactive‐
ren. De LED in de toets dooft.
De achterportieren kunnen niet meer
van binnen worden geopend.