72
Instrumenten en bedieningsorganen
Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐
schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen. Afhankelijk van de uit‐
rusting kan de plaats van de contro‐
lelampjes variëren. Bij het inschake‐
len van de ontsteking lichten de
meeste controlelampen korte tijd op
bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:
Rood
= gevaar, belang‐
rijke herinnering
Geel
= waarschuwing,
aanwijzing, storing
Groen
= inschakelbevesti‐
ging
Blauw
= inschakelbevesti‐
ging
Wit
= inschakelbevesti‐
ging