32
Sleutels, portieren en ruiten
Selecteer de gewenste buitenspiegel
door de keuzeschakelaar naar links
(L) of rechts (R) te verschuiven. Druk
daarna op het bedieningspaneel om
de betreffende spiegel af te stellen.
In de middelste stand van de keuze‐
schakelaar is er geen spiegel gese‐
lecteerd.
Inklapbare spiegels
Voor de veiligheid van voetgangers
klappen de buitenspiegels bij aansto‐
ten vanaf een bepaalde kracht weg uit
de normale stand. De spiegels kun‐
nen op de auto worden ingeklapt.
Spiegel dan door licht op de spiegel‐
behuizing te drukken terugduwen.
Verwarmde spiegels
Om in te schakelen toets Ü indruk‐
ken.
Wordt na ongeveer 5 minuten auto‐
matisch uitgeschakeld.
Verwarmbare achterruit 3 35.
Binnenspiegel
Handmatige dimfunctie
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐
gelbehuizing gebruiken.