Antiblokkeersysteem
(ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de ont‐
steking enkele seconden. Het sys‐
teem is na het doven van de contro‐
lelamp klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als deze tijdens de rit
gaat branden, dan zit er een storing in
het ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder
ABS-regeling.
Probeer het systeem te resetten.
Reset het systeem als volgt:
1. Zo spoedig mogelijk de verkeers‐
stroom verlaten zonder hierbij an‐
dere weggebruikers te hinderen.
2. Zet de auto in P.
3. Schakel het contact uit.
4. Start de auto opnieuw.
Raadpleeg een werkplaats als de
ABS-controlelamp na het resetten
van het systeem blijft branden of on‐
derweg weer oplicht.
Instrumenten en bedieningsorganen
Antiblokkeersysteem 3 116.
Als de waarschuwingslampen van het
ABS en het reguliere remsysteem
gaan branden, is er wellicht een pro‐
bleem met het remsysteem en het an‐
tiblokkeersysteem.
Laat de auto wegslepen naar de
werkplaats.
Slepen 3 183.
SPORT-modus
Sport licht op als de SPORT-modus
wordt geselecteerd.
SPORT-modus 3 111.
Bergmodus
Berg licht op als de bergmodus wordt
geselecteerd.
Bergmodus 3 111.
Hold-modus
Stilhouden licht op als de hold-modus
wordt geselecteerd.
Hold-modus 3 111.
Lane Departure Warning
) brandt groen of knippert geel.
Bij het starten van de auto licht dit
lampje kort geel op. Raadpleeg een
werkplaats als dat niet het geval is.
Als het systeem normaal werkt, gaat
het lampje uit.
Brandt groen
Het systeem wordt ingeschakeld en is
gebruiksklaar.
Knippert geel
Het systeem herkent een onbedoelde
verandering van rijstrook.
Lane Departure Warning 3 130.
Elektronische
stabiliteitsregeling UIT
a brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
77