2. Stel de temperatuur in op de ge‐
wenste waarde. Een begininstel‐
ling van 23 °C wordt aanbevolen.
Temperatuurregeling
Druk op R of S om de temperatuur
hoger of lager te zetten.
Automatisch ontwasemen
Het systeem controleert op een hoge
vochtigheidsgraad in de auto. Als dat
het geval is, kan het systeem over‐
schakelen op toevoer van buitenlucht
en de airco of de verwarming inscha‐
kelen. Het ventilatortoerental kan
worden verhoogd om beslaan te
voorkomen. Als de luchtvochtigheid
afneemt, keert het systeem terug
naar de eerdere stand.
Persoonlijke instellingen 3 85.
Handbediening
Aanjagerregeling
Druk op de ventilatortoetsen x op het
instrumentenpaneel of op de ventila‐
tortoets op het aanraakscherm om de
ventilator langzamer of sneller te la‐
ten werken.
Klimaatregeling
De ingestelde ventilatorsnelheid ver‐
schijnt. Druk op AUTO om terug naar
automatische bediening te gaan.
Druk meerdere keren op de ventilato‐
ruitschakeltoets om de ventilator of
de klimaatregeling uit te schakelen.
Bij het handmatig uitschakelen van
de ventilator in de modus ECO a of
MAX a schakelt het display auto‐
matisch over op de modus MIN a.
Bij het weer inschakelen van de ven‐
tilator door het handmatig sneller la‐
ten draaien van de ventilator of de
toets AUTO schakelt de klimaatmo‐
dus terug op de modus ECO a of
MAX a.
99