auto. De vraag om de onderhouds‐
modus van de motor kan maar één
dag worden uitgesteld.
Als de vraag om de onderhoudsmo‐
dus motor één dag is uitgesteld, start
de motor bij de volgende start auto‐
matisch. Er verschijnt een meldings‐
scherm onderhoudsmodus motor op
het Colour-Info-Display.
Als de auto tijdens de onderhouds‐
modus motor wordt uitgeschakeld,
start deze bij de volgende rit van de
auto. Er verschijnt een bericht ter
aanduiding dat de onderhoudsmodus
motor actief is.
Als er om de onderhoudsmodus mo‐
tor wordt gevraagd en het brandstof‐
peil laag is, kan de tank in de onder‐
houdsmodus motor leeg raken. Hier‐
door neemt het vermogen af of valt
het weg. Houd de brandstof in de auto
op peil om deze operationeel te hou‐
den.
Driver Information Centre (DIC) 3 80.
Brandstofonderhoudsmodus
De brandstofonderhoudsmodus
houdt de gemiddelde leeftijd van de
brandstof bij. Oude brandstof kan mo‐
torproblemen veroorzaken. Als de ge‐
middelde leeftijd van de brandstof
door schaars gebruik van de motor
ong. meer dan één jaar wordt, start de
motor in de brandstofonderhoudsmo‐
dus om de oude brandstof te gebrui‐
ken. De motor draait tot op het punt
dat u zodanig bijtankt dat de gemid‐
delde leeftijd van de brandstof binnen
aanvaardbare grenzen komt. Naar‐
Rijden en bediening
mate er in de brandstofonderhouds‐
modus meer oude brandstof wordt
verbruikt en u meer bijtankt, wordt de
periode tot de volgende brandstofon‐
derhoudsmodus langer. Tijdens de
brandstofonderhoudsmodus kan de
motor aan- en afslaan.
Als de onderhoudsmodus brandstof
nodig is, verschijnt er bij het starten
van de auto een scherm met de vraag
op het Colour-Info-Display.
Bij de optie Ja begint de brandstofon‐
derhoudsmodus. De brandstofonder‐
houdsmodus wordt bij elke keer star‐
ten automatisch geactiveerd totdat u
bijtankt.
Bij de optie Nee verschijnt het scherm
met de vraag om de brandstofonder‐
houdsmodus bij de volgende start
113