1 minuut en blijft dan ononderbroken
branden. Voor de duur van de storing
wordt deze reeks bij elke keer op‐
nieuw starten doorlopen.
Wanneer de storingslamp brandt, is
het systeem wellicht niet naar beho‐
ren in staat om een te lage banden‐
spanning te detecteren of te signale‐
ren. Er kunnen diverse redenen zijn
voor storingen in het bandenspan‐
ningscontrolesysteem, zoals het
monteren van vervangende of andere
banden of wielen op de auto waar‐
door het bandenspanningscontrole‐
systeem niet goed werkt. Controleer
na het vervangen van een of meer
banden of wielen op uw auto altijd het
controlelampje van het bandenspan‐
ningscontrolesysteem, opdat het
bandenspanningscontrolesysteem
ook met de vervangende of andere
banden en wielen goed werkt.
Een tijdelijk reservewiel is niet uitge‐
rust met een druksensor. Het ban‐
denspanningscontrolesysteem werkt
niet op deze wielen. De controlelamp
A brandt. Voor de overige drie wielen
blijft het systeem werken.
Een volwaardig reservewiel is uitge‐
rust met een druksensor. Het sys‐
teem herkent het nieuwe wiel onder‐
weg automatisch.
Voorzichtig
Gebruik van in de handel verkrijg‐
bare vloeibare bandenreparatie‐
sets kan de werking van het sys‐
teem nadelig beïnvloeden. Ge‐
bruik door de fabriek goedge‐
keurde reparatiesets.
Status belading van auto
Pas de bandenspanning volgens de
informatie op het etiket van de band
of in de tabel bandenspanningswaar‐
den aan op de belading van de auto
3 199 en selecteer de betreffende in‐
stelling op de pagina
Bandenbelasting in het menu Instel‐
lingen op het Driver Information Cen‐
ter 3 80.
Verzorging van de auto
De beschikbare instellingen zijn:
Licht: voor een comfortabele span‐
ning tot 3 inzittenden
Eco: voor een Eco-spanning tot
3 inzittenden
Max: voor volledige belading
Automatisch inleren
Elk bandenspanningscontrolesys‐
teem heeft een unieke identificatie‐
code. Na het omwisselen van de ban‐
den of het vervangen van een of
meerdere sensoren moet de identifi‐
catiecode aan een nieuwe positie van
de band/het wiel worden gekoppeld.
173