134
Rijden en bediening
Vertrektijd invoeren
Druk op het scherm Status ver‐
traagde oplaadmodus op Bewerken
om de vertrektijd voor elke dag van de
week te wijzigen.
1. Druk op de dag op deze te wijzi‐
gen.
2. Druk op + of − om de uren en mi‐
nuten te wijzigen.
3. Druk op Terug om wijzigingen op
te slaan en terug naar het vorige
menu te gaan.
Oplaadniveau selecteren
Het oplaadniveau kan op het Colour-
Info-Display worden geselecteerd.
Druk op 8 totdat Opladen ver‐
schijnt.
Met de instelling Selecteer voorkeur
voor laadniveau kan de klant het op‐
laadniveau van de auto zodanig se‐
lecteren dat het overeenkomt met de
capaciteit van het oplaadpunt. Bij het
gebruik van een draagbare oplaadka‐
bel begrenst de instelling Selecteer
voorkeur voor laadniveau de elektri‐
sche stroom. Bij het gebruik van een
oplaadstation heeft deze functie geen
gevolgen voor het opladen. Als de
auto na het aansluiten van de stekker
tekens stopt met opladen of als een
circuitonderbreker steeds blijft sprin‐
gen, kan het selecteren van een lager
voorkeursoplaadniveau het probleem
verhelpen.
Het voorkeursoplaadniveau moet zo‐
danig worden geconfigureerd dat het
overeenkomt met de nominale
stroomsterkte van het stopcontact
waarop de oplaadkabel aangesloten
is. De instellingen voor het voorkeur‐
soplaadniveau zijn:
■ Maximaal - 10 Amps: Beperkt de
wisselstroomsterkte tot 10 A
■ Verminderd - 6 Amps: Beperkt de
wisselstroomsterkte tot 6 A
9 Waarschuwing
Als de capaciteit van het elektri‐
sche circuit of het stopcontact on‐
bekend is, gebruik dan alleen het
laagste oplaadniveau totdat de ca‐
paciteit van het circuit door een
deskundige monteur is vastge‐
steld. Bij een oplaadniveau dat de
capaciteit van het elektrische cir‐
cuit of het stopcontact te boven
gaat, is er kans op brand of schade
aan het elektrische circuit.