Kenmerken van iEBS-modulator
Er moet een gedefinieerde minimale onderlinge afstand zijn tussen gekalibreerde waarden voor de lege,
gedeeltelijke beladen en volledig beladen aanhangwagen (minimaal 10%).
De balgdruk verandert een beetje wanneer de aanhangwagenhoogte wordt gewijzigd. Vóór de kalibrering
moet de aanhangwagen daarom worden afgesteld op de later relevante hoogte voor de aslastuitgang.
Over het algemeen is dit de rijhoogte.
Aangezien de eigenschappen van de luchtbalgen veranderen gedurende de levensduur, is mogelijk een
herkalibrering vereist.
Werking
Bij aanhangwagens met mechanische vering wordt de nauwkeurigheid beperkt door de constructie ervan.
Voor disselaanhangwagens met 4S/3M moet een extra druksensor worden ingebouwd in een luchtbalg
van de tweede as om de aslasten te detecteren.
Als bij aanhangwagens met twee aslastsensoren de uitvoer van de beladingstoestand niet juist wordt
aangegeven in de motorwagen, kan de overdracht van de CAN-berichten worden aangepast.
Parametrering
De aslastuitgang kan worden geconfigureerd in de iEBS-diagnosesoftware in het tabblad System >
Calibration of the height sensors for axle load (Systeem > Kalibrering van de wegsensoren voor de aslast).
De aslastinformatie wordt overgedragen naar de vrachtwagen via de CAN-interface. De informatie bestaat
uit de totale aslast en de belasting per as. Overdracht van beide meldingen is de standaardinstelling.
In bepaalde motorwagens kunnen fouten optreden als de overgedragen gegevens implausibel lijken. Een
van de volgende meldingen moet worden gedeactiveerd als it het geval is:
•
EBS22: indien deze is ingeschakeld, wordt geen totale belasting als som van de afzonderlijke assen
overgedragen naar de motorwagen.
•
RGE22: als deze is ingeschakeld, worden de afzonderlijke belastingen van de assen niet overgedragen
naar de motorwagen.
Om een van deze communicatiemeldingen te deactiveren, gaat u naar System > Parameter > (6) Common
functions > CAN messages ISO11992 (Systeem > Parameter > (6) Gemeenschappelijke functies > CAN-
berichten ISO11992).
VOORZICHTIG
Een kalibrering die is gestart in SmartBoard moet altijd worden voltooid, anders wordt een foutmelding
gegenereerd. De foutmelding voor een mislukte kalibrering wordt niet opgeslagen in het diagnosegeheugen.
Waarschuwingsmelding voor overbelasting: het is ook mogelijk om SmartBoard optioneel zodanig te
programmeren dat de waarschuwingsmelding wordt weergegeven op het display van SmartBoard
wanneer de aslast 90% en 100% van de drempelwaarde voor overbelasting heeft bereikt (bijv. bij het
laden van bulkmateriaal).
Componenten
Bestelnummer
Beschrijving
446 192 210 0
SmartBoard (optioneel)
441 044 102 0
Druksensor (optioneel)
94
Aanvullende informatie
Kabel voor SmartBoard: 449 929 . . . 0
Kabel voor druksensor: 449 826 . . . 0
Intelligent Electronic Braking System voor aanhangwagens