GIO-functies
5.2
Liftasbesturing
WAARSCHUWING
Risico op letsel door beknelde ledematen bij het neerlaten van de liftas
De liftasfuncties worden gewoonlijk aangestuurd door het wijzigen van de beladingstoestand. In zeldzame
gevallen kan hoogteverstelling van het chassis ook van invloed zijn op de toestand van de liftas.
Het plotseling neerlaten van de liftas kan personen in de onmiddellijke omgeving in gevaar brengen. Dit geldt met
name voor personen die zich onder de aanhangwagen bevinden, bijvoorbeeld voor het uitvoeren van reparaties.
–
Om ongevallen te voorkomen moeten fabrikanten van aanhangwagens in hun gebruikershandleiding wijzen op
het gevaar dat het mechanisme voor automatische aansturing van de liftas met zich meebrengt.
–
Voordat enige reparatiewerkzaamheden aan de aanhangwagen worden uitgevoerd moeten de liftassen worden
neergelaten en moet het contact worden uitgeschakeld.
Doelstelling
Liftassen en sleepassen zijn ontworpen om de bedrijfskosten voor de geheven as aanzienlijk te
verlagen. Afhankelijk van de toepassing en het gebruik van de aanhangwagen kan dit bijdragen aan
brandstofbesparing, en vermindering van de CO
Liftassen worden over het algemeen aangestuurd op basis van de aanhangwagenbelasting (bij een
beladen aanhangwagen wordt de liftas op de grond gehouden en bij een lege aanhangwagen wordt
de liftas zo mogelijk geheven). Liftassen aangebracht op de achterste as van de aanhangwagen kunnen
worden gebruikt voor het verkleinen van de draaicirkel van de vrachtwagen-aanhangwagencombinatie.
Sleepassen zijn een speciale variant van liftassen. Sleepassen blijven op de grond en verminderen de
aslast; hun doel is het verbeteren van de wendbaarheid van de aanhangwagen.
Werking
Voor het aansturen van een liftas meet de iEBS-modulator de luchtdruk op de luchtbalgen om de
aslasttoestand te bepalen. Afhankelijk van de geparametreerde omstandigheden verzorgt de iEBS-
modulator het heffen/neerlaten van de as(sen).
Liftassen kunnen worden geconfigureerd als een eenkrings of tweekrings type:
•
Eenkrings: beide luchtbalgen van de liftas zijn rechtstreeks met elkaar verbonden. Dit is het meest
voorkomende circuittype vanwege de stijfheid van de assen voor typische aanhangwagens
Het typische kleptype dat wordt gebruikt voor deze configuratie is de LACV (door een veer
teruggebracht). De liftas wordt neergelaten of geheven zonder tussenliggende posities. Als de
spanning van de liftasbesturingsklep wordt uitgeschakeld wordt de liftas neergelaten.
Een eenkrings configuratie wordt aanbevolen voor standaardaanhangwagens met ondersteuning van
het geautomatiseerd heffen van assen of de wegrijhulp.
•
Tweekrings: de luchtbalgen voor de liftas zijn afzonderlijk aangesloten (per kant).
Het typische kleptype dat wordt gebruikt voor deze configuratie is de LACV-IC (pulsgestuurd). De
klep heeft twee magneetspoelen die een pneumatische stuurschakelaarfunctie heeft. Wanneer de
magneetspoelen niet meer worden gevoed blijft de klep de laatst geactiveerde positie om de liftas
gedeeltelijk te ontluchten.
De responstijd voor het heffen/neerlaten is korter bij een LACV-IC dan bij een LACV, waardoor
de tweekrings configuratie wordt aanbevolen voor kippers die een snelle respons vereisen voor
wijzigingen in de beladingstoestand.
De LACV-IC-klep wordt ook aanbevolen voor sleepasconfiguraties.
Beperkingen
De liftasbesturingsfunctie wordt uitgeschakeld als er geen ISO 7638-voeding naar de iEBS-modulator
aanwezig is.
104
-emissies en slijtage van de banden.
2
Intelligent Electronic Braking System voor aanhangwagens