Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stilstandfunctie; Noodstops; Anticompoundbescherming; Overstroomklep Luchtvering (Ovas) - ZF iEBS Basic Installatiehandleiding

En systeembeschrijving; intelligent electronic braking system
Inhoudsopgave

Advertenties

Kenmerken van iEBS-modulator
4.2.4

Stilstandfunctie

Werking
Als de nominaaldruk van de rem constant is gedurende ten minste drie seconden terwijl de
aanhangwagen stilstaat of rijdt met een snelheid lager dan 1,8 km/h wordt de elektrische remaansturing
vervangen door aansturing via uitsluitend het redundantiecircuit.
Deze geïntegreerde functie wordt gebruikt om onnodig stroomverbruik door de iEBS-modulator te
voorkomen (bijv. bij stilstaan voor een verkeerslicht of bij parkeren met de remmen geactiveerd en het
contact AAN). De functie wordt gedeactiveerd en er wordt weer teruggeschakeld naar elektrische
remaansturing als weer wordt gereden met een snelheid hoger dan 2,5 km/h.
De stilstandfunctie kan optioneel zodanig worden geparametreerd dat ze alleen wordt geactiveerd
bij stuurdrukwaarden hoger dan 6,5 bar (gewoonlijk verkregen wanneer de parkeerremklep van de
vrachtwagen wordt geactiveerd). Dit voorkomt onbedoelde activering van de stilstandfunctie tijdens het
manoeuvreren met zeer lage snelheden.
4.2.5

Noodstops

Werking
Als de (elektrische en pneumatische) remvraag van de vrachtwagen groter is dan 90% van de beschikbare
voorraaddruk of > 6,4 bar, d.w.z. als duidelijk is dat wordt geremd uit paniek, wordt de remdruk
automatisch gestaag verhoogd tot maximaal de karakteristiek van de beladen aanhangwagen of tot het
ABS ingrijpt.
De noodremfunctie wordt weer uitgeschakeld als de remvraag van de vrachtwagen afneemt tot onder
70% van de beschikbare voorraaddruk.
4.2.6

Anticompoundbescherming

Werking
Dit is een geïntegreerde functie van iEBS die beschikbaar is voor aanhangwagens met veerremcilinders
(dubbele membraan-veerremcilinder (DDSB) of TriStop). Ze is ontworpen om de wielrem te beschermen
tegen oververhitting, door krachten toe te voegen in beide remcilinders.
De functie verkleint de remkrachten in de remcilinder wanneer de bedrijfsrem en de veerrem tegelijkertijd
worden geactiveerd. Dit gebeurt gewoonlijk tijdens het aan- en afkoppelen van een aanhangwagen,
wanneer de parkeerrem van de aanhangwagen is geactiveerd en tegelijkertijd de bedrijfsrem (rempedaal
of handremklep van de vrachtwagen) wordt geactiveerd.
De veerremcilinder wordt voorzien van dezelfde hoeveelheid druk als de bedrijfsrem. Dit vermindert en
voorkomt het toevoegen van krachten tot volledige compressie van de veerrem (volledig gelost). Zodra de
bedrijfsrem is gelost wordt de veerrem automatisch weer geactiveerd.
4.2.7

Overstroomklep luchtvering (OVAS)

Gebruik
Dit is een interne functie binnen het iEBS, gericht op aanhangwagens met luchtvering. De overstroomklep
scheidt het luchtremcircuit van het luchtveringscircuit. Het zorgt dat het beluchten van het remcircuit
prioriteit krijgt op het beluchten van het luchtveringscircuit. Zodra het remcircuit een druk van circa 6 bar
heeft bereikt, opent het overdrukventiel, waardoor het luchtveringscircuit kan worden belucht.
De overstroomklep sluit en scheidt het remcircuit van het veringscircuit als de druk in het remcircuit
afneemt tot 5 bar. Zo wordt een toereikende drukwaarde in het luchtreservoir van het remsysteem
behouden, waardoor de aanhangwagen kan remmen in het geval van een drukval in het
luchtveringssysteem (bijv. door een gebroken leiding in het luchtveringssysteem).
De overstroomklep maakt kleine afstellingen mogelijk in de drukwaarden voor sluiten en openen.
86
Intelligent Electronic Braking System voor aanhangwagens

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave