4.3.4
Service-interval
Gebruik
De service-interval herinnert de chauffeur eraan dat servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
Verklikkerlampje: wanneer de aanhangwagen een bepaalde afstand heeft afgelegd (bijv.
100.000 km) wordt het gele verklikkerlampje geactiveerd en knippert dit 8 keer telkens wanneer
het contact wordt ingeschakeld. Daarnaast worden de servicemeldingen opgeslagen in het interne
bedrijfsgegevensgeheugen van de ECU.
Als de servicewerkzaamheden zijn voltooid moet het servicesignaal worden gereset via de iEBS-
diagnosesoftware (Tools > Service and mileage counter (Extra's > Service- en kilometerteller)).
Als de aanhangwagen de volgende gedefinieerde service-interval bereikt (bijv. 200.000 km) wordt het
servicesignaal opnieuw gegenereerd.
Parametrering
Standaard is het servicesignaal van de iEBS-modulator niet actief.
De service-intervalfunctie kan worden geconfigureerd in de iEBS-diagnosesoftware in het tabblad System
> Parameters > (6) Common functions > Service Interval (Systeem > Parameters > (6) Gemeenschappelijke
functies > Service-interval).
4.3.5
Aslastbewaking
Gebruik
Deze functie bewaakt de werkelijke beladingstoestand voor belastingen van één as, belastingen van
draaistellen en de totale belasting van de aanhangwagen. De berekeningsmethode is afhankelijk van het
type aanhangwagenvering:
•
Voor aanhangwagens met luchtvering wordt de berekening gebaseerd op het balgdruksignaal.
•
Voor aanhangwagens met mechanische vering wordt de berekening gebaseerd op het signaal van de
wegsensor.
Aslasten kunnen worden uitgevoerd via de CAN-interface naar de motorwagen of via subsystemen naar
de gebruikersinterfaces.
Overdracht van de aslast naar de motorwagen via CAN is de standaardconfiguratie in iEBS die kan worden
weergegeven op de dashboards van de meeste motorwagens. Hoe de aslasten worden weergegeven
in de motorwagen is ervan afhankelijk of de functie "Trailer axle load display" (Weergave van aslast van
aanhangwagen) wordt ondersteund en is geactiveerd.
Gebruikersinterfaces zoals SmartBoard of iEBS-diagnosesoftware kan worden gebruikt voor het weergeven
van de aslastinformatie en het kalibreren van de aslastfunctie.
Er kan een extra aslastsensor worden ingebouwd in opleggers met een 4S/3M-configuratie om de precisie
van de metingen te vergroten. Als er geen extra aslastsensoren aanwezig zijn, wordt de enkele aslast
gelijkmatig verdeeld over alle assen.
Kalibrering van de aslastuitgang
Om een hogere precisie voor de aslastuitgang te bereiken kan de uitgang worden gekalibreerd
via SmartBoard. De gekalibreerde waarde wordt overgedragen naar de motorwagen via de
ISO 7638-interface en wordt ook weergegeven op SmartBoard.
Voor de kalibrering kan een extra referentiepunt (bijv. gedeeltelijk beladen) worden toegevoegd aan de
karakteristiek van de aanhangwagen. Deze 3-puntskarakteristiek wordt opgeslagen in de iEBS-modulator.
Een gedetailleerde beschrijving vindt u in de systeembeschrijving van SmartBoard.
Optioneel kunnen 1, 2 of 3 punten worden gekalibreerd. Elke waarde kan afzonderlijk worden gewijzigd.
Dit verbetert de nauwkeurigheid van elke aanwijzing aanzienlijk.
Zodra een waarde is gekalibreerd wordt deze onmiddellijk geïntegreerd in de karakteristiek voor de
aslastuitgang. De gekalibreerde minimale en maximale waarde mogen slechts maximaal 20% afwijken
van de karakteristiek die is gedefinieerd door de lastsenseringsfunctie.
Intelligent Electronic Braking System voor aanhangwagens
Kenmerken van iEBS-modulator
93