Advertenties
Specifiek voor CRRT
Specifiek voor heparine als
systemisch
antistollingsmiddel of voor
priming
Specifiek voor CRRT met
regionale
citraatantistolling
Specifiek voor de
combinatiebehandelingen
met hemoperfusie of
ECCO2R
Specifiek voor
therapeutische
plasmawisseling
2.8.2
Relatieve contra-indicaties
Alle behandelingen
Specifiek voor CRRT
Specifiek voor
systemische antistolling
Specifiek voor regionale
citraatantistolling
Fresenius Medical Care multiFiltratePRO IFU-NL 14A-2022
– Behandeling met normaal-kalium (K4) oplossingen bij ernstige
hyperkaliëmie.
– Behandeling met kaliumarme (K0/K2) oplossingen bij hypokaliëmie.
– Behandeling met fosfaathoudende oplossingen bij ernstige
hyperfosfatemie.
– Het gebruik van hemofilters met een hoge moleculaire cut-off, zoals
de Ultraflux EMiC2, in CVVHDF of CVVH.
– Een bekende door heparine veroorzaakte trombocytopenie type II
(HIT-II).
– Een bekend ernstig verstoord citraatmetabolisme (zie medische
informatie en voorzorgsmaatregelen om bijwerkingen te
voorkomen).
– ECCO2R: de noodzaak van extracorporele membraanoxygenatie
naast CO2-verwijdering.
– Geen bekend.
Voorspellers voor slecht behandelingsresultaat –
behandelingsbeslissing op individuele basis.
– Terminale ziekte zonder redelijke vooruitzichten op herstel.
– De noodzaak om sneller behandelingseffecten te bereiken, bijv.
bij bepaalde intoxicaties, dan met CRRT-behandeling kan worden
bereikt. In deze gevallen kan intermitterende HD geschikter zijn.
– Toegang via een bestaande arterioveneus implantaat of fistel die
nodig is voor chronische behandeling.
– Patiënten met actieve bloedingen of met een hoog risico op
bloedingen.
– Heparine als systemisch antistollingsmiddel bij een bekende, door
heparine veroorzaakte trombocytopenie type I (HIT-I).
– Mitochondriale disfunctie die kan leiden tot een verstoord
citraatmetabolisme (bijv. intoxicaties met paracetamol en
metformine).
– Ernstige dysnatriëmie kan wellicht beter worden beheerd met een
andere antistollingsmethode waarbij het effect op de
serumnatriumconcentratie eenvoudiger kan worden gewijzigd.
– De noodzaak om de behandeling langer dan 4 weken
ononderbroken voort te zetten.
Hoofdstuk 2: Belangrijke informatie
27
Advertenties
