Hoofdstuk 7: Beschrijving van de werking
Behandelingsgegevens
TPE
Bloedflow
Verhouding plasmaflow tot bloedflow
Plasma
Heparine cont.
Bolus-antistolling
Streefvolume
Temperatuur
Technische
bijzonderheden
254
min.
10
0
Uit/10
Uit/0,5
Uit/0,1
Uit/10
Uit
De bloedflow moet worden toegepast op basis van het plasmafilter en
de gebruikte vasculaire toegang. Bij hollevezelfilters moet de bloedflow
ten minste 50 ml/min bedragen om stolling te voorkomen.
De TMP moet tijdens de procedure zo laag mogelijk zijn. Verstopping
van het membraan leidt tot TMP-toename, waarbij erytrocyten naar
verwachting op het filtermembraan worden gezogen en uiteindelijk hun
celmembraan scheuren, waardoor vrij hemoglobine (Hb) vrijkomt in het
filtraat.
Waarschuwing
Verstoring van de filterfunctie door verstopping van het
membraan
Gevaar voor de patiënt door hemolyse of bloedverlies
In geval van een TMP-verhoging door membraanverstopping kunnen
erytrocyten op het filtermembraan worden gezogen en vernietigd.
Hierdoor komt vrije hemoglobine (Hb) aan de plasmazijde terecht, wat
leidt tot een bloedlekalarm en als gevolg daarvan het stopzetten van de
behandeling.
De TMP moet regelmatig worden gecontroleerd op eventuele
verhoging tijdens de behandeling.
Bij een merkbare toename moet de behandeling worden bijgesteld,
bijvoorbeeld door verlaging van de filtratiesnelheid of optimalisering
van de antistolling.
Als een bloedlekalarm wordt getriggerd, moet het extracorporele
circuit worden vervangen. In dit geval moet de optie om het
bloedlekalarm uit te schakelen niet worden gebruikt.
Hemolyse is een veel voorkomende bijwerking bij TPE die kan leiden
tot een roodachtige verkleuring van het plasma van de patiënt en een
bloedlekalarm kan veroorzaken. Hemolyse kan worden onderscheiden
van een bloedlek, zo nodig door een bloedmonster te nemen voor
celidentificatie.
Fresenius Medical Care multiFiltratePRO IFU-NL 14A-2022
max.
Oplossing
300
10
30
1
50
1
25
0,1
5
0,1
39990
10
Aan
-
Eenheid
ml/min
%
ml/min
ml/h
ml
ml
-