Specifiek voor CRRT bij
kinderen
Specifiek voor CRRT-
combinatiebehandelingen
met hemoperfusie
Fresenius Medical Care multiFiltratePRO IFU-NL 14A-2022
– Bij patiënten die langdurig geïmmobiliseerd zijn, kan
botombouw/demineralisatie optreden, wat uiteindelijk tot botbreuken
kan leiden. Onder RCA kan het vroege teken van een geïoniseerde
hypercalciëmie worden gemaskeerd door een verlaging van de
calciuminfusiesnelheid. Bij patiënten die langer dan 2 weken RCA
ondergaan of bij wie de calciuminfusiesnelheid geleidelijk afneemt,
moeten de markers voor botresorptie en aanmaak nauwlettend in de
gaten worden gehouden.
– Er kan zich fibrinedraad vormen in de veneuze teruggavelijn na de
calciuminlaat en in de katheter. De behandeling moet dan worden
beëindigd, en het circuit moet worden verwisseld. Regelmatige
controle is vereist. Er zijn aanwijzingen dat het risico op de vorming
van fibrinedraden groter is wanneer de iCa-waarde postfilter boven
het aanbevolen bereik ligt.
– Een bloedlek van het aangebrachte filter, dat kan leiden tot een
bloedverlies tot 400 ml binnen 12 uur, wordt mogelijk niet
gedetecteerd door de bloedlekdetector van het apparaat, wat
aanzienlijk kan zijn bij de pediatrische patiënt. Aanbevolen wordt de
filtraatlijn en de zak om de 2 uur te controleren op rode verkleuring.
– Door het relatief grote ECC-oppervlak en de lage dialysaatflows is
afkoeling van het bloed een potentieel risico bij de behandeling van
kleine kinderen. Tegenmaatregelen (verhoging van de
kamertemperatuur, uitwendige bloedverwarmers, elektrische
deken, etc.) moeten worden overwogen.
– Vullen van het circuit met verdunde rode bloedcellen en/of een
albumineoplossing van ~5% kan noodzakelijk zijn om hemodilutie
en daarmee gepaard gaande hemodynamische instabiliteit te
voorkomen wanneer het extracorporele volume van het circuit groter
is dan 10% van het circulerende bloedvolume van de patiënt,
wanneer de patiënt anemisch is en/of hemodynamisch instabiel is.
Voor de dilutie van rode bloedcellen heeft een gebufferde
kristalloïde over het algemeen de voorkeur boven een
zoutoplossing. Bovendien moet erop worden gewezen dat
donorerytrocytenconcentraten verhoogde concentraties
extracellulair kalium (tot 50 mmol/l) kunnen bevatten, hetgeen
hyperkaliëmie kan veroorzaken of verergeren.
– Bij kleine patiënten kan na de procedure vochtoverbelasting
optreden als het extracorporele bloedvolume na beëindiging van de
behandeling opnieuw wordt toegediend. Afhankelijk van het
hematocriet en de klinische toestand van de patiënt zijn de volgende
opties te overwegen:
– Proberen een iets te lage volumestatus van de patiënt te
bereiken voor beëindiging.
– Teruggave van alleen het oorspronkelijke (donkerder rode,
onverdunde) extracorporele bloedvolume.
– Indien nodig, geen teruggave van het extracorporele
bloedvolume.
– Zorg ervoor dat het filter en de volbloedadsorber in de juiste
volgorde worden gecombineerd, zoals aangegeven op de bijsluiters
in de bijbehorende kits.
Hoofdstuk 2: Belangrijke informatie
25