Behandelingsgegevens
Ped CVVHD 8 kg tot 16 kg
Bloedflow
Netto UF-snelheid
Heparine cont.
Dialysaat
Temperatuur
Ped CVVHD 16 kg tot 40 kg
Bloedflow
Netto UF-snelheid
Heparine cont.
Dialysaat
Temperatuur
7.3
Anticoagulatie
Eisen aan de antistolling
Alle behandelingen
7.3.1
Systemische antistolling
Systemische
antistollingsmiddelen
Fresenius Medical Care multiFiltratePRO IFU-NL 14A-2022
min.
0
Uit/10
Uit/0,5
380
Uit/35
min.
0
Uit/10
Uit/0,5
380
Uit/35
Bij de uitvoering van extracorporele bloedbehandelingen is normaal
gesproken antistolling van het bloed vereist. Deze dient ter verhindering
van stolling in het extracorporele bloedcircuit en voor het bereiken van
passende levensduur van het geplaatste filter.
De anticoagulatie moet regelmatig worden gecontroleerd.
Een frequentere efficiëntiecontrole van de anticoagulatie is
gewoonlijk vereist nadat de dosis van het antistollingsmiddel
is aangepast en onmiddellijk na het begin van de behandeling.
Voor systemische antistolling kunnen verschillende stoffen worden
gebruikt. Substantie (bijv. ongefractioneerde heparine (UFH) of
heparine met laag molecuulgewicht (LMWH), heparinoïden,
pentasacchariden of directe trombineremmers); dosis en methode
van systemische antistolling moeten door de behandelend arts op
individuele basis worden vastgesteld. Een patiënt die reeds
systemische therapeutische antistolling krijgt, heeft wellicht geen
aanvullende antistolling nodig.
De onderstaande informatie is vooral gericht op heparine.
Hoofdstuk 7: Beschrijving van de werking
max.
Oplossing
100
10–50 in 1
50–100 in 5
200
10
25
0,1
1000
10
39
0,5
max.
Oplossing
200
10–50 in 1
50–100 in 5
100–200 in 10
400
10
25
0,1
1500
10
39
0,5
Eenheid
ml/min
ml/h
ml/h
ml/h
°C
Eenheid
ml/min
ml/h
ml/h
ml/h
°C
257