7
Beschrijving van de werking
7.1
Apparaatfuncties
Extracorporeel
bloedcircuit
Balans
Gebruik
Functietest
Anticoagulatie
7.2
Beschrijving van de procedure
7.2.1
Continue nierfunctievervangende therapie
Fresenius Medical Care multiFiltratePRO IFU-NL 14A-2022
Zorg ervoor dat u de medische informatie (zie hoofdstuk 2.6 op
pagina 19) leest voordat u dit hoofdstuk leest.
Het apparaat bevat een door een pomp bedreven extracorporeel
bloedcircuit. Deze bewaakt tijdens de behandeling het extracorporele
bloedcircuit.
Met rollerpompen worden afhankelijk van de procedure filtraat,
substitutie, dialysaat, plasma en spoeloplossingen getransporteerd.
De geïntegreerde weegschalen zorgen voor de gravimetrische balans,
waarmee de vloeistoffen gewogen en gebalanst worden. De twee
geïntegreerde verwarmingselementen regelen de ingestelde
behandelingstemperatuur over het hele flowbereik. Dit kan worden
geselecteerd in de relevante menu's.
De behandelingsparameters en de menutoetsen zijn weergegeven op
een groot scherm. De bediening, bijv. de keuze van de weergegeven
velden, gaat via de touchscreen.
Na het inschakelen van het apparaat wordt een automatische
functietest uitgevoerd, die alle bedrijfs-, weergave-, bewakings- en
alarmfuncties controleert en hun functie garandeert. Een paar van deze
tests verlopen ook cyclisch tijdens de behandeling.
Het apparaat bevat een spuitpomp voor heparine-infusie en citraat- en
calciumpompen om regionale citraatantistolling te realiseren.
De Ci-Ca behandeling gaat samen met een relatieve Ca-onttrekking uit
het bloed van de patiënt. Daarom vindt een Ca-substitutie in de
teruggavelijn plaats met behulp van de geïntegreerde Ca-pomp.
De verschillende continue nierfunctievervangende therapieën (CRRT)
kunnen worden geïndiceerd wanneer de verwijdering van
uitgescheiden stoffen in de urine en/of volumeverwijdering vereist is.
Dit geldt ook wanneer de elektrolyt-onbalans of stoornissen van de
zuur-base-balans moet worden gecorrigeerd en kan toepassing
betekenen bij bepaalde vergiftigingen waarbij het toxine door het
hemofiltermembraan heen kan dringen.
Hoofdstuk 7: Beschrijving van de werking
241