Hoofdstuk 2: Belangrijke informatie
Specifiek voor CRRT-
combinatiebehandelingen
met ECCO2R
Specifiek voor
therapeutische
plasmawisseling
2.8
Contra-indicaties
2.8.1
Productspecifieke en behandelingsgerelateerde contra-indicaties
Alle behandelingen
26
– Voor CRRT-behandelingsvormen is de bloedflow voor volwassenen
beperkt tot 500 ml/min. De Ci-Ca-behandelingsvorm is verder
beperkt tot 200 ml/min om de citraatbelasting te beperken.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het ECCO2R-filter om na te
gaan of het apparaat bij deze bloedflow een klinisch relevante
CO2-verwijdering kan bewerkstelligen. Er zijn aanwijzingen dat
ECCO2R met een bloedflow van ≤ 300 ml/min mogelijk geen
longbeschermende beademing oplevert.
– Zorg ervoor dat de filters in de juiste volgorde worden
gecombineerd, zoals aangegeven in de bijlage in de bijbehorende
kit.
– De vereiste continue infusie van een gekozen systemisch
antistollingsmiddel (bijv. heparine), na de initiële bolus, kan hoger
zijn dan bij CRRT wegens verliezen in het afgescheiden plasma.
Deze verliezen zijn afhankelijk van de filtratiesnelheid van het
plasma. Het antistollingsprotocol moet dienovereenkomstig worden
aangepast.
– TPE vereist nauwkeurige isovolemische vervanging met een
colloïd-bevattende oplossing, bijvoorbeeld albumine verdund in een
geschikte kristalloïde (tot ~5%) of vers ingevroren plasma (FFP).
Als verdund albumine niet in de plaats komt van bijvoorbeeld
plasma-stollingsfactoren, kan dit de patiënt blootstellen aan het
risico van transfusiereacties. Wanneer het plasmavolume van de
patiënt wordt gewisseld zonder vervanging van plasma-
stollingsfactoren, kunnen zowel de PT (INR) als de aPTT aanzienlijk
toenemen.
– Dit is een voorbijgaande coagulopathie bij verder gezonde
personen, bij wie de tekorten tegen de volgende dag weer
normaal kunnen zijn, zelfs na een reeks wisselingen. Bij deze
patiënten kan de systemische antistolling tegen het einde van de
behandeling dienovereenkomstig worden verminderd om elk
onnodig risico op bloedingen te vermijden.
– Hoewel FFP in het algemeen slechts in zeldzame gevallen strikt
vereist is (bijv. bij TTP), kan vooral de ICU-, postoperatieve of
post-biopsiepatiënt een verhoogd risico op bloedingen lopen.
FFP of cryoprecipitaten kunnen bij deze patiënten worden
overwogen, vooral bij de laatste volumes van de wisseling.
Intensievere bewaking wordt aanbevolen bij patiënten met een
verhoogd risico op bloedingen.
Aanvullende medische informatie kan specifiek zijn voor andere
producten of geneesmiddelen die bij de behandeling worden gebruikt.
– Onvermogen om de vereiste vasculaire toegang tot stand te
brengen.
Fresenius Medical Care multiFiltratePRO IFU-NL 14A-2022