436 Foutopsporing
Code
Waarschuwing/
(hex)
Hulpcode
A4A1
IGBT overtemperatuur Geschatte IGBT temperatuur
A4A9
Koeling
A4B0
Overtemperatuur
A4B1
Overtemp verschil
A4F6
IGBT temperatuur
Oorzaak
(geen) Temperatuur boven waarschu-
wingslimiet
1 Thermistor defect
van de omvormer is te hoog.
Temperatuur van omvormer-
module is te hoog.
Temperatuur van de vermo-
gensunit-module is te hoog.
Hoog temperatuurverschil tus-
sen de IGBT's van verschil-
lende fases.
IGBT temperatuur van de
omvormer is te hoog.
Oplossing
Controleer omgevingscondities.
Controleer luchtstroom en werking van
de ventilator.
Controleer koellichaamribben op stofaf-
zetting.
Neem contact op met een ABB service
vertegenwoordiger voor vervanging van
besturingsunit.
Controleer omgevingscondities.
Controleer luchtstroom en werking van
de ventilator.
Controleer koellichaamribben op stofaf-
zetting.
Controleer motorvermogen t.o.v. omvor-
mervermogen.
Controleer de omgevingstemperatuur.
Als deze hoger is dan 40 °C/104 °F (IP21
...
frames R4
R9) of als deze hoger is dan
50 °C /122 °F (IP21 frames R0
zorg er dan voor dat de belastingsstroom
de belastingcapaciteit, aangepast met
derating-factor, van de omvormer niet
overschrijdt. Controleer voor alle P55
frames de derating-temperaturen. Zie het
hoofdstuk Technische gegevens, sectie
Derating in de Hardwarehandleidingvan
de omvormer.
Controleer de koelluchtstroming en de
werking van de ventilator van de omvor-
mermodule.
Controleer of er stof verzameld is in de
kast en het koellichaam van de omvor-
mermodule. Maak schoon indien nodig.
Controleer omgevingscondities.
Controleer luchtstroom en werking van
de ventilator.
Controleer koellichaamribben op stofaf-
zetting.
Controleer motorvermogen t.o.v. omvor-
mervermogen.
(1: U-fase, 2: V-fase, 3: W-fase, 4: INT
board, 6: Luchtinlaat (sensor aangeslo-
ten op INT-board X10), 7: PCB comparti-
ment ventilator of voedingskaart,
FA: Omgevingstemperatuur).
Controleer de motorbekabeling.
Controleer de koeling van de omvormer-
module(s).
Controleer omgevingscondities.
Controleer luchtstroom en werking van
de ventilator.
Controleer koellichaamribben op stofaf-
zetting.
Controleer motorvermogen t.o.v. omvor-
mervermogen.
...
R9),