Besturen van de omvormer via de I/O-interface
De onderstaande tabel beschrijft hoe de omvormer kan worden bestuurd via de digi-
tale en analoge ingangen, wanneer:
• het opstarten van de motor is uitgevoerd en
• de standaard parameterinstellingen van de ABB standaard macro in gebruik zijn.
Als u de draairichting moet wijzigen, controleer dan of
limieten een achterwaartse draairichting toestaan: Ga
naar Menu - Primaire instellingen - Limieten en
verzeker u ervan dat de minimum limiet een negatieve
waarde heeft en de maximum limiet een positieve
waarde.
Controleer dat de besturingsaansluitingen zijn
bedraad volgens het aansluitschema gegeven voor de
ABB standaard macro.
Zorg dat de omvormer naar afstandsbesturing is
geschakeld. druk op de toets
tussen afstandsbesturing en lokale besturing.
Start door digitale ingang DI1 in te schakelen.
De pijl begint te draaien. Hij is gestippeld totdat het
setpoint bereikt is.
Regel de uitgangsfrequentie van de omvormer
(motortoerental) door de spanning van analoge ingang
AI1 aan te passen.
Achterwaartse richting: Schakel digitale ingang DI2 in.
Voorwaartse richting: Schakel digitale ingang DI2 in.
Opstarten, besturing via de I/O en ID Run 31
Instellingen vooraf
om te schakelen
Loc/Rem
De motor starten en het toerental regelen
De draairichting van de motor wijzigen
Zie de sectie
ABB Standaard macro
op pagina 76.
Onder afstandsbesturing toont het
paneeldisplay linksboven de tekst
Afstand.