118 Programmakenmerken
Motorkoppel / Nominaal koppel
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
1
0,0
-0,2
0
1 = Overbelastingscurve (vijf punten)
2 = Nominale proces belastingscurve
3 = Onderbelastingscurve (vijf punten)
Er kan ingesteld worden dat er een overbelastings-waarschuwing en/of fout gegeven
wordt als het gemonitoorde signaal continu boven de overbelastingscurve blijft gedu-
rende een gedefinieerde tijd. Er kan ingesteld worden dat er een onderbelastings-
waarschuwing en/of fout gegeven wordt als het gemonitoorde signaal continu onder
de onderbelastingscurve blijft gedurende een gedefinieerde tijd.
Overbelasting kan bijvoorbeeld gebruikt worden om te monitoren of een zaagblad
een noest raakt of dat belastingprofielen van ventilatoren te hoog worden.
Onderbelasting kan bijvoorbeeld gebruikt worden om te monitoren of een last valt of
dat transportbanden of ventilatorriemen breken.
Instellingen
Parametergroep
37 Lastcurve gebruiker
Besturingsmacro's
Besturingsmacro's zijn voorgedefinieerde parameterinstellingen en I/O-configuraties.
Zie het hoofdstuk
Besturingsmacro's
Proces PID-regeling
Er zijn twee proces PID-regelingen (PID set 1 en PID set 2) ingebouwd in de omvor-
mer. De regeling kan gebruikt worden om procesvariabelen te regelen, zoals druk of
flow in de leiding of vloeistofniveau in de container.
2
3
10
20
30
(pagina 313).
(pagina 75).
40
Uitgangsfrequentie (Hz)
50