122 Programmakenmerken
Instellingen
• Menu - Primaire instellingen - PID
• Parameter
96.04 Macro selecteren
• Parametergroepen
(pagina 330).
Pomp- en ventilator-regeling (PFC)
De Pomp- en ventilator-regeling (PFC) wordt gebruikt in pomp of ventilator systemen
bestaande uit één omvormer en meerdere pompen en ventilatoren. De omvormer
regelt het toerental van één van de pompen/ventilatoren en sluit (en ontkoppelt) daar-
bij de andere pompen/ventilatoren rechtstreeks aan op het voedingsnetwerk via mag-
neetschakelaars.
De PFC-regeling logica schakelt hulpmotoren in en uit zoals vereist door de capaci-
teitsveranderingen van het proces. In een pomp-applicatie bijvoorbeeld, regelt de
omvormer de motor van de eerste pomp, door het motortoerental te variëren om de
opbrengst van de pomp te regelen. Deze pomp is de toerental-geregelde pomp.
Wanneer de vraag (beschreven door de proces PID-referentie) de capaciteit van de
eerste pomp (een door de gebruiker gedefinieerde toerental/frequentie limiet) over-
schrijdt, start de PFC-logica automatisch een hulppomp. De logica verlaagt ook het
toerental van de eerste pomp, geregeld door de omvormer, rekening houdend met de
toevoeging aan de totale systeemopbrengst door de hulppomp. De PID-regeling past
dan, net als voorheen, het toerental/de frequentie van de eerste pomp zodanig aan,
dat de systeemopbrengst voldoet aan de behoeften van het proces. Als de vraag blijft
toenemen, voegt de PFC-logica meer hulppompen toe, op een vergelijkbare manier
als zojuist beschreven.
Als de vraag daalt, zodanig dat het toerental van de eerste pomp daalt onder een
minimum limiet (door de gebruiker gedefinieerd als een toerental/frequentie limiet),
stopt de PFC-logica automatisch een hulppomp. De PFC-logica verhoogt ook het
toerental van de door de omvormer geregelde pomp, rekening houdend met de ont-
brekende opbrengst van de gestopte hulppomp.
De Pomp en ventilator regeling (PFC) wordt alleen ondersteund in externe bedie-
ningslocatie EXT2.
Autochange
Automatische rotatie van de startvolgorde, of Autochange functionaliteit, dient twee
hoofddoelen in veel PFC-type opstellingen. Eén ervan is om de bedrijfstijden van de
pompen/ventilatoren gelijk te houden over langere tijd om slijtage gelijk te verdelen.
De andere is om te voorkomen dat een pomp/ventilator te lang stilstaat, waardoor de
unit verstopt zou kunnen raken. In sommige gevallen is het wenselijk om de startvolg-
orde alleen te roteren wanneer alle units gestopt zijn, bijvoorbeeld om de effecten op
het proces te minimaliseren.
De Autochange kan ook getriggerd worden door de Tijdsfunctie (zie pagina 130).
(macro selectie)
40 Proces PID set 1
(pagina 317) en
41 Proces PID set 2