Nr.
Naam/Waarde
35.50
Motor omgevings-
temp
-60...100 °C of
-76 ... 212 °F
35.51
Motor belasting
curve
I/I
N
(%)
150
100
50
35.52
50...150%
35.52
Nultoeren bel.
25...150%
Beschrijving
Definieert de omgevingstemperatuur van de motor voor het
thermische motorbeveiligingsmodel. De eenheid wordt geko-
zen door parameter
96.16 Eenheid
Het thermische motorbeveiligingsmodel schat de motortem-
peratuur op basis van parameters 35.50...35.55. De motor-
temperatuur neemt toe als deze in bedrijf is in het gebied
boven de belastingcurve, en neemt af als deze in bedrijf is in
het gebied onder de belastingcurve.
WAARSCHUWING! Het model kan de motor niet
beveiligen als de motor niet goed koelt vanwege stof,
vuil, etc.
Omgevingstemperatuur.
Bepaalt de motorbelastingcurve samen met parameters
35.52 Nultoeren bel.
en
wordt gebruikt door het thermische motorbeveiligingsmodel
om de motortemperatuur te schatten.
Wanneer de parameter ingesteld is op 100%, dan wordt de
maximum belasting genomen als de waarde van parameter
99.06 Nominale motorstroom
de motor). Het belastingcurve-niveau dient aangepast te wor-
den als de omgevingstemperatuur verschilt van de nominale
waarde ingesteld in
35.50 Motor
I = Motorstroom
I
= Nominale motorstroom
N
35.51
35.53
Maximum belasting voor de motorbelastingcurve.
Bepaalt de motorbelastingcurve samen met parameters
35.51 Motor belasting curve
maximum motorbelasting bij nul toeren van de belasting-
curve. Er kan een hogere waarde gebruikt worden als de
motor een externe motorventilator heeft om de koeling te ver-
hogen. Zie de aanbevelingen van de motorfabrikant.
Zie parameter
35.51 Motor belasting
Nul-toeren belasting voor de motorbelastingcurve.
selectie.
35.53 Breekpunt.
De belastingcurve
(hogere belastingen verhitten
omgevingstemp.
en
35.53
Breekpunt. Bepaalt de
curve.
Parameters 307
Def/FbEq16
20 °C of
68 °F
1 = 1°
110%
Omvormer uitgangs-
frequentie
1 = 1%
70%
1 = 1%