toegepaste toerental of de snelheid. Om te voorkomen dat de wisselspanning de
overspanningslimiet overschrijdt, zal de overspanningsregeling het generator koppel
automatisch verminderen wanneer de limiet bereikt wordt. De overspanningsregeling
verhoogt ook eventuele geprogrammeerde deceleratietijden als de limiet bereikt is;
om kortere deceleratietijden te bereiken kan een remchopper en weerstand nodig
zijn.
Onderspanningsregeling (werking bij korte spanningsuitval)
Als de voedingsspanning uitvalt, zal de omvormer in bedrijf blijven door de kinetische
energie van de draaiende motor te benutten. De omvormer blijft volledig in bedrijf
zolang de motor draait en energie opwekt. De omvormer kan na de uitval bedrijf her-
vatten als de hoofdmagneetschakelaar (indien aanwezig) gesloten is gebleven.
Opmerking: Units voorzien van een hoofdmagneetschakelaar moeten uitgerust zijn
met een hold-circuit (bijv. UPS) om het stuurcircuit van de magneetschakelaar geslo-
ten te houden tijdens een korte onderbreking van de voeding.
f
T
U
out
M
DC
(N·m)
(Hz)
(Vdc)
160
80
520
120
60
390
80
40
260
40
20
130
U
= Spanning van de tussenkring van de omvormer, f
DC
omvormer,
T
= Motorkoppel
M
Spanningsuitval bij nominale belasting (f
daalt tot de ondergrens. De regelaar houdt de spanning op peil zolang de voedingsspanning
is uitgeschakeld. De omvormer laat de motor als generator draaien. Het motortoerental zal
dalen, maar de omvormer blijft in bedrijf zolang de motor voldoende kinetische energie heeft.
1,6
5,8
= 40 Hz). De gelijkspanning van de tussenkring
out
Programmakenmerken 143
8
11,2
= Uitgangsfrequentie van de
out
U
input power
U
DC
f
out
T
M
t (s)
15,4