WAARSCHUWING: De nominale waarde van de motor moet groot genoeg
zijn om de thermische energie te absorberen die door fluxremmen gegene-
reerd wordt.
Instellingen
• Menu - Primaire instellingen - Motor - Flux remmen
• Parameter
97.05 Flux remmen
DC-magnetisatie
De omvormer heeft verschillende magnetisatie-functies voor verschillende fases van
motor start/draaien/stop: voor-magnetisatie, DC houd, namagnetisatie en voorver-
warming (motor verwarming).
Voormagnetisatie
Voormagnetisatie verwijst naar DC-magnetisatie van de motor vóór de start. Afhan-
kelijk van de gekozen startmodus
kan voormagnetisatie toegepast worden om het hoogst mogelijke startkoppel te
garanderen, tot 200% van het nominale koppel van de motor. Door de voormagneti-
satietijd
(21.02
Magnetisatietijd) aan te passen, is het mogelijk om de motor start en
bijvoorbeeld de ontkoppeling van een mechanische rem te synchroniseren.
Instellingen
Parameters
21.01 Start
DC-houd
De functie maakt het mogelijk om de rotor te vergrendelen bij (ongeveer) nul toeren
midden in normaal bedrijf. DC-houd wordt geactiveerd door parameter
stroom
regeling. Wanneer zowel de referentie als het motortoerental onder een
bepaald niveau dalen (parameter
het opwekken van een sinusvormige stroom en gaat DC in de motor injecteren. De
stroom wordt ingesteld door parameter
(pagina 384).
(21.01 Start modus
modus,
21.19 Scalar start
21.09 DC hold
21.10 DC stroom
Programmakenmerken 135
of
21.19 Scalar start
modus,
21.02
Magnetisatietijd.
toerental),stopt de omvormer met
referentie. Wanneer de refe-
modus)
21.08 DC