112 Programmakenmerken
Besturings-interfaces
Programmeerbare analoge ingangen
De besturingsunit heeft twee programmeerbare analoge ingangen. Elk van de ingan-
gen kan onafhankelijk ingesteld worden als een spannings- (0/2...10 V) of stroom-
(0/4...20 mA) ingang via parameters. Elke ingang kan worden gefilterd, geïnverteerd
en geschaald.
Instellingen
Parametergroep
12 Standaard AI
Programmeerbare analoge uitgangen
De besturingsunit heeft twee analoge stroomuitgangen (0...20 mA). Analoge uitgang
1 kan ingesteld worden als een spannings- (0/2...10 V) of stroom-(0/4...20 mA) uit-
gang met een parameter.. Analoge uitgang 2 gebruikt altijd stroom. Elke uitgang kan
worden gefilterd, geïnverteerd en geschaald.
Instellingen
Parametergroep
13 Standaard AO
Programmeerbare digitale ingangen en uitgangen
De besturingsunit heeft zes digitale ingangen.
Digitale ingang DI5 kan gebruikt worden als een frequentie-ingang.
Digitale ingang DI6 kan gebruikt worden als een thermistor-ingang.
Zes digitale ingangen kunnen toegevoegd worden door gebruik te maken van een
CHDI-01 115/230 V digitale ingang uitbreidingsmodule en één digitale uitgang door
gebruik te maken van een CMOD-01 multifunctie-uitbreidingsmodule.
Instellingen
Parametergroepen
(pagina 187).
Programmeerbare frequentie-ingang en uitgang
Digitale ingang DI5 kan gebruikt worden als een frequentie-ingang.
Een frequentie-uitgang kan geïmplementeerd worden met een CMOD-01 multifunc-
tie-uitbreidingsmodule.
Instellingen
Parametergroepen
(pagina 187).
(pagina 188).
(pagina 193).
10 Standaard DI, RO
10 Standaard DI, RO
(pagina 181) en
11 Standaard DIO, FI, FO
(pagina 181) en
11 Standaard DIO, FI, FO