Triggertype
Het apparaat kan zo worden ingesteld dat het ademhalingen triggert op
basis van automatische flowdrempels of specifieke flowinstellingen. Als
triggertype kunt u Auto-Trak of Flowtrigger kiezen. Wanneer Auto-Trak
is geselecteerd, initieert de Auto-Trak-trigger op basis van automatische
flowdrempels. Wanneer Flowtrigger is gekozen als triggertype, worden
Lekcompensatie, Flowtriggergevoeligheid en Flowcyclusgevoeligheid actief
en initieert de trigger op basis van de instelling Flowtriggergevoeligheid.
Flowtriggergevoeligheid
Als u het triggertype instelt op Flowtrigger, wordt de instelling
Flowtriggergevoeligheid weergegeven. U kunt de instelling in stappen van
1 l/min verhogen en verlagen tussen 1 en 9 l/min.
De flowtrigger wordt geactiveerd wanneer de inademingsinspanning van de
patiënt resulteert in een flow die gelijk is aan of groter is dan de ingestelde
flowtriggergevoeligheid.
Lekcompensatie
Als u een circuit met actieve flow gebruikt, kunt u de Lekcompensatie Aan of
Uit zetten.
Flowcyclusgevoeligheid
Als u het triggertype instelt op Flowtrigger, wordt de instelling
Flowtriggergevoeligheid weergegeven. U kunt de instelling in stappen van
1% verhogen en verlagen tussen 10 en 90 procent (%).
Wanneer de flow tijdens inademing begint af te nemen,
schakelt het apparaat om naar uitademing als de
patiëntflow kleiner is dan de flowcyclusinstelling. Als de
flowcyclus bijvoorbeeld is ingesteld op 75%, schakelt het
apparaat om naar het EPAP/PEEP-niveau wanneer de flow
25% ten opzichte van de piekflow is afgenomen.
Opmerking: Triggertype is niet
beschikbaar als een circuit met
actieve PAP of actieve flow is
geselecteerd. Flowtrigger is de
triggermethode voor circuits met
actieve PAP of actieve flow.
Opmerking: Auto-Trak is alleen
beschikbaar als het passieve circuit
is geselecteerd.
Opmerking: Flowtrigger
met Lekcompensatie is alleen
beschikbaar als het circuit met
actieve flow is geselecteerd.
Opmerking: Als de
Lekcompensatie bij gebruik van
een circuitconfiguratie met actieve
flow wordt ingeschakeld, heeft dit
alleen invloed op triggering en niet
op het afgegeven ademvolume of
Vte-metingen.
Opmerking: Een
flowcyclusgevoeligheid die
is ingesteld op 90% biedt de
hoogste gevoeligheid. Een
flowcyclusgevoeligheid die is
ingesteld op 10% biedt de laagste
gevoeligheid.
Flowcyclusgevoeligheid van 90%
Flowcyclusgevoeligheid van 10%
Flowcyclusgevoeligheid
Opmerking:
Flowcyclusgevoeligheid is niet
beschikbaar in de AC-modus.
Hoofdstuk 5 Instellingen bekijken en wijzigen
83