4
Kwalificaties van het
personeel
Beademingsmodi
Wijzigingen van het
voorschrift met behulp
van de SD-kaart
Elektrische
interferentie
Reservevoeding vanaf
batterij
Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202
De Trilogy 202 is een voor beperkt gebruik bestemd medisch hulpmiddel
dat dient voor gebruik door ademhalingsspecialisten of andere opgeleide,
bevoegde zorgverleners onder toezicht van een arts.
Het voorschrift en andere apparaatinstellingen mogen alleen in opdracht van
de toezichthoudende arts worden gewijzigd.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener van het beademingsapparaat
om deze handleiding vóór gebruik te lezen en te begrijpen.
Het apparaat kan de therapieën uitvoeren die gewoonlijk worden uitgevoerd
zowel bij patiënten die afhankelijk zijn van het beademingsapparaat als bij
patiënten die daar niet afhankelijk van zijn. De beademingsmodus, het soort
circuit en de alarmstrategieën moeten bij elke patiënt worden gekozen na een
klinische beoordeling van de behoeften van de patiënt.
C-Flex, Bi-Flex en AVAPS zijn bedoeld voor gebruik door volwassen patiënten.
Wanneer u het voorschrift voor het apparaat, alarmen en andere
instellingen met behulp van de SD-kaart wijzigt, vereist de Trilogy 202
van de zorgverlener dat deze de wijzigingen beoordeelt en controleert
voordat de wijzigingen door het apparaat worden gebruikt. Het is de
verantwoordelijkheid van de zorgverlener of gezondheidsdeskundige om
er na gebruik van deze functie voor te zorgen dat de voorschriftinstellingen
correct en geschikt voor de patiënt zijn. Als u een verkeerd voorschrift instelt
voor een bepaalde patiënt, kan dit leiden tot een onjuiste therapie, gebrek
aan adequate veiligheidsbewaking en gevaar van letsel of overlijden voor de
patiënt.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving
zoals beschreven in hoofdstuk 13 van deze handleiding. De gebruiker van
dit apparaat moet ervoor zorgen dat het wordt gebruikt in een dergelijke
omgeving.
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag niet dichter bij de
onderdelen van het apparaat (met inbegrip van de snoeren) worden gebruikt
dan de aanbevolen tussenafstand, berekend met behulp van de informatie in
hoofdstuk 13 van deze handleiding.
De interne batterij is uitsluitend bedoeld als reservevoeding en voor vervoer
binnen het ziekenhuis, niet als primaire voeding.
Het beademingsapparaat is uitgerust met een alarm met twee stappen voor
een batterij die bijna leeg is. Het alarm met matige prioriteit geeft aan dat het
apparaat nog ongeveer 20 minuten van stroom kan worden voorzien. Het
alarm met hoge prioriteit geeft aan dat er minder dan 10 minuten over zijn.
De feitelijke werkingstijd kan korter of langer zijn dan dit en is afhankelijk van
de leeftijd van de batterij, omgevingsomstandigheden en de therapie.
Zoek onmiddellijk een alternatieve voedingsbron wanneer het alarm Batterij
bijna leeg optreedt. De stroom dreigt dan volledig uit te vallen, waarbij de
therapie stopt.