5. Instellingen bekijken en
wijzigen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u door de beademingsschermen
bladert en beademingsinstellingen wijzigt. Daarnaast wordt beschreven hoe
u het beademingsapparaat aansluit op de patiënt nadat alle instellingen zijn
gemaakt.
Keypadvergrendelingsfunctie
Er is een keypadvergrendelingsfunctie, die gebruikers kunnen activeren
vanuit het menu Opties. Deze functie is bedoeld om te voorkomen dat
de apparaatinstellingen per ongeluk worden veranderd. Deze functie
blokkeert de navigatietoetsen (de toetsen Omhoog, Omlaag, Stop, Links en
Rechts). Als de keypadvergrendeling is geactiveerd, verschijnt elke keer dat
u op een navigatietoets drukt onder aan het scherm een bericht voor het
ontgrendelen van de navigatietoetsen.
Als de keypad is vergrendeld, dient u deze te ontgrendelen voordat u
toegang krijgt tot het menu. Als u de keypad wilt ontgrendelen en toegang
wilt krijgen tot het menu, dient u eerst de knop Rechts 5 seconden
ingedrukt te houden. Wanneer de keypad met succes is ontgrendeld, hoort
u een geluidssignaal. Nadat het beeldscherm is ontgrendeld, hebt u zoals
gebruikelijk toegang tot het menu met de knop Omhoog.
Trilogy 202
Gebruikershandleiding
Opmerking: De functie
keypadvergrendeling heeft een
time-outperiode bij inactiviteit.
Als u de keypad zoals aangegeven
hebt ontgrendeld, wordt hij weer
vergrendeld nadat u 5 minuten niets
hebt gedaan. Zo wordt voorkomen
dat iemand per ongeluk op een knop
drukt en een instelling wijzigt.
Opmerking: Als
Keypadvergrendeling is geactiveerd,
zijn de knoppen links, rechts en
Omhoog/Omlaag vergrendeld
terwijl het beademingsapparaat
is ingeschakeld. De knop
Alarmindicator/Geluid onderbreken
werkt normaal. De knop Start/
Stop wordt alleen vergrendeld als
met deze knop de therapie wordt
gestopt.
Opmerking: De keypad wordt
automatisch ontgrendeld wanneer
een alarm of informatiebericht
verschijnt en blijft ontgrendeld
zolang er alarmen actief zijn.
Opmerking: Door op de knop Links
(annuleren) te drukken, annuleert u
het ontgrendelen van de keypad.
Hoofdstuk 5 Instellingen bekijken en wijzigen
63