142
Controle van de batterijwerking
Controleer voor gebruik bij een patiënt of de batterijen goed werken en
volledig geladen zijn.
1. De werking van de afneembare en interne
(lithium-ion) batterij controleren
A.
Sluit het apparaat aan op netspanning en controleer of het groene
netspanningsledje op het voorpaneel brandt.
B.
Controleer of de afneembare batterij goed is geplaatst.
C.
Schakel het apparaat in en controleer of de symbolen voor zowel de
afneembare als de interne batterij op het beeldscherm verschijnen.
Controleer of het oplaadsymbool wordt weergegeven voor de
desbetreffende batterij als een van de batterijen niet volledig is
opgeladen.
D. De aansluiting van het apparaat op de netspanning verbreken.
•
Controleer of het alarmbericht 'AC-vermgn niet aangesl. '
verschijnt op het beeldscherm, en of het groene
netspanningsledje niet brandt. Druk op Resetten.
•
Controleer of het symbool van de afneembare batterij het
ladingsniveau weergeeft dat werd geconstateerd bij de
vorige stap, en of het apparaat blijft werken.
•
Controleer of er een zwart vak zichtbaar is rond het
symbool van de afneembare batterij. Dit geeft aan dat
deze batterij wordt gebruikt.
E.
Koppel de afneembare batterij los van het apparaat.
•
Controleer of het alarmbericht 'Afn. batterij niet
aangesloten' verschijnt op het beeldscherm. Druk op
Resetten.
•
Controleer of het symbool van de interne batterij
hetzelfde ladingsniveau weergeeft dat bij stap C werd
geconstateerd, en of het apparaat blijft werken.
•
Controleer of er een zwart vak zichtbaar is rond het
symbool van de interne batterij. Dit geeft aan dat deze
batterij wordt gebruikt.
F.
De afneembare batterij en de netvoeding weer aansluiten.
Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202