Instelling
Therapiemodus
AVAPS (alleen bij passief circuit) Uit
IPAP
EPAP
FiO
2
Ademsnelheid
Inademingstijd
Triggertype (passief circuit)
Flowtriggergevoeligheid
(circuit met actieve PAP of
actieve flow)
Lekcompensatie (circuit met
actieve flow)
Flowcyclusgevoeligheid
(circuit met actieve PAP of
actieve flow)
Stijgtijd
Ramp-duur
Alle andere alarmen
B.
Menu Opties
Wijzig de instellingen in het menu Opties zo dat ze overeenkomen met
de instellingen in tabel 2 hieronder.
Instelling
Menutoegang
Detailweergave
Alle andere instellingen
C.
Het apparaat inschakelen
Druk op de knop Start/Stop aan de voorkant van het
beademingsapparaat. Het systeem begint te werken volgens de
gekozen beademingsinstellingen.
Waarde
S/T
20 cm H
O
2
4 cm H
O
2
45%
12 BPM
1,6 seconde
Auto-Trak
6,0 l/min
Aan
20%
1
Uit
Uit
Waarde
Volledig
Aan
Naar wens
Hoofdstuk 10 Procedures voor systeemcontrole
Tabel 2 - Instellingen van het
beademingsapparaat in het
menu Opties
133