22
Beademingstherapiemodi met drukregeling
Beademingsmodi met drukregeling leveren een voorgeschreven druk aan
de patiënt.
Modus Constante positieve luchtwegdruk (CPAP)
In de modus Constante positieve luchtwegdruk (CPAP) levert het
apparaat altijd een constante druk aan de patiënt. In deze modus zijn alle
ademhalingen spontane ademhalingen.
Modus Spontaan (S)
In de modus Spontaan (S) levert het apparaat bi-niveaudrukondersteuning.
Deze modus geeft alleen spontane ademhalingen af. In deze modus wordt
tijdens inademing inspiratoire positieve luchtwegdruk (IPAP) en tijdens
uitademing een lagere expiratoire positieve luchtwegdruk (EPAP) geleverd.
Deze concepten staan geïllustreerd in de volgende afbeelding.
DRUK
26
20
10
6
Begin S-modus
5
Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202
IPAP = 26 cm H
O
2
EPAP = 6 cm H
O
2
PS = IPAP-EPAP = 20 cm H
O
2
5 seconden 4 seconden
1
1
10
15
= Drukondersteunde
1
spontane ademhaling
8 seconden
1
1
20
DUUR
S-modus