Download Print deze pagina

Philips Respironics Trilogy 202 Gebruikershandleiding pagina 45

Verberg thumbnails Zie ook voor Respironics Trilogy 202:

Advertenties

36
Bij gebruik van circuitconfiguraties met actieve flow kan de flowtriggering
met Lekcompensatie worden geactiveerd. De standaardinstelling bij
gebruik van een circuit met actieve flow is lekcompensatie aan. De arts
heeft de mogelijkheid om de Lekcompensatie uit te schakelen, maar
onbedoelde lekkage wordt dan niet gecompenseerd. Beide opties meten de
doorstroming bij de proximaleflowsensor.
Flowcyclusgevoeligheid (inademing naar uitademing):
Als u het triggertype instelt op Flowtrigger, wordt de instelling
Flowtriggergevoeligheid weergegeven. U kunt de instelling in stappen van
1% verhogen en verlagen tussen 10 en 90 procent (%).
Wanneer de flow tijdens inademing begint af te nemen, schakelt het
apparaat om naar uitademing als de patiëntflow kleiner is dan de
flowcyclusinstelling. Als de flowcyclus bijvoorbeeld is ingesteld op 75%,
schakelt het apparaat om naar het EPAP/PEEP-niveau wanneer de flow 25%
ten opzichte van de piekflow is afgenomen.
BTPS-compensatie
Alle bij de Trilogy gebruikte flows en volumes worden uitgedrukt in BTPS –
lichaamstemperatuur, atmosferische druk, verzadigd met water.
Alle drukwaarden zijn relatief ten opzichte van de atmosferische druk.
Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202
Opmerking: Als de
Lekcompensatie bij gebruik van
een circuitconfiguratie met actieve
flow wordt ingeschakeld, heeft dit
alleen invloed op triggering en niet
op het afgegeven ademvolume of
Vte-metingen.

Advertenties

loading