58
Uitademingskleppoort
Proximaledrukpoort
Leiding uitademingsklep
Raadpleeg de met het hulpmiddel voor actieve uitademing
meegeleverde instructies voor meer informatie.
c.
Doe het volgende als uw circuit Actieve flow is:
1. Sluit de flowsensor aan op een hulpmiddel voor actieve
uitademing zoals hieronder afgebeeld.
Flowsensor
2. Sluit het andere uiteinde van de flexibele slang aan op het
hulpmiddel voor actieve uitademing.
A. Sluit het hulpmiddel voor actieve uitademing aan op
de flexibele slang die aan het beademingsapparaat is
bevestigd.
B. Sluit de flowsensor aan op de patiëntinterface (bijvoorbeeld
de tracheostomieslang).
Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202
Proximaledrukleiding
Trilogy universele
slangadapter met
actieve PAP
Uitademingskleppoort
op universeel poortblok
Universeel poortblok
Een actief hulpmiddel met
proximale druk aansluiten
Opmerking: Gebruik alleen de door
Philips Respironics goedgekeurde
flowsensor met dit apparaat.
De flowsensor aansluiten
Opmerking: Als de
proximaledrukleiding op het
hulpmiddel voor actieve uitademing
is aangesloten als u een circuit met
actieve flow configureert, dient u de
proximaledrukleiding te verwijderen
en de proximaledrukpoort met
een dop af te sluiten voordat u de
flexibele slang bevestigt.
Opmerking: Plaats onderdelen met
een pijl altijd in de juiste stand.