Het passieve circuit verschaft lekcompensatie. Wanneer u het passieve
circuit gebruikt voor volumebeademing, wordt het ingestelde Vti aan de
patiënt geleverd boven op het berekende lek van het circuit en de manchet
(of het masker). Dit verschilt van de traditionele beademing met een actief
circuit, waarbij het lek in de manchet (of het masker) het ademvolume
dat aan de patiënt wordt geleverd verkleint. Volumebeademing met het
passieve circuit levert een ingeademd ademvolume dat weinig verschilt
van de apparaatinstelling, ongeacht het lek. Hiervan moet u zich bewust
zijn wanneer u een patiënt laat overschakelen van een actief naar een
passief circuit. Bij een passief circuit wordt het Vte geschat op basis van de
berekende som van het circuitlek en het manchetlek (of maskerlek).
Het circuit met actieve flow bewaakt de proximale flow en de proximale druk.
Bij gebruik van circuitconfiguraties met actieve flow kan de flowtriggering
met lekcompensatie worden geactiveerd. De standaardinstelling bij
gebruik van een circuit met actieve flow is lekcompensatie Aan. De arts
heeft de mogelijkheid om de Lekcompensatie uit te schakelen, maar
onbedoelde lekkage wordt dan niet gecompenseerd. Beide opties meten
de doorstroming bij de proximaleflowsensor. Lekcompensatie is niet
beschikbaar in de circuitconfiguratie met actieve PAP.
FiO
2
U kunt het ingeademde zuurstofgehalte in stappen van 1 instellen van
21% tot 100%.
Ook is er een knop beschikbaar waarmee de O
kan worden geactiveerd. Hij verschijnt in het linkerondergedeelte van het
scherm.
2 minuten lang op 100%
2
KNOP 100% O
2
WAARSCHUWING
Philips Respironics raadt
aan een zuurstofmonitor te
gebruiken die voldoet aan
NEN-EN-ISO-21647; Medische
elektrische toestellen - Bijzondere
eisen voor de basisveiligheid en
essentiële eigenschappen van
ademhalingsgassenmonitoren.
Opmerking: Druk op de knop
100% O
om de concentratie van de
2
afgegeven zuurstof twee minuten
lang te verhogen tot 100%.
Scherm 100% O
Hoofdstuk 5 Instellingen bekijken en wijzigen
77
2