Download Print deze pagina
Philips Respironics Trilogy 202 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Respironics Trilogy 202:

Advertenties

Respironics Inc.
Respironics Deutschland GmbH & Co. KG
1001 Murry Ridge Lane
Gewerbestrasse 17
Murrysville, PA 15668, VS
82211 Herrsching, Duitsland
Trilogy
Gebruikershandleiding
REF 1068322
1073026 R03
LZ 05/15/2017
Dutch
-beademingsapparaat
202

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Philips Respironics Trilogy 202

  • Pagina 1 Trilogy -beademingsapparaat Gebruikershandleiding REF 1068322 Respironics Inc. Respironics Deutschland GmbH & Co. KG 1073026 R03 1001 Murry Ridge Lane Gewerbestrasse 17 LZ 05/15/2017 Murrysville, PA 15668, VS 82211 Herrsching, Duitsland Dutch...
  • Pagina 2 Dit werk is beschermd onder titel 17 van de wet op het auteursrecht van de Verenigde Staten en is het exclusieve eigendom van Philips Respironics. Zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van Philips Respironics mag niets uit dit document worden gekopieerd of anderszins worden verveelvoudigd, of worden opgeslagen in een elektronisch informatieverwerkend systeem, behalve zoals uitdrukkelijk toegestaan onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten.
  • Pagina 4 Trilogy 202 Gebruikershandleiding Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding ..............................1 Inhoud van verpakking ......................1 Beoogd gebruik ........................2 Waarschuwingen en aandachtspunten................3 Waarschuwingen ......................3 Aandachtspunten ......................8 Opmerkingen .......................10 Contra-indicaties ........................10 Overzicht van het systeem ....................11 Symbolen ..........................12 Voorpaneel ........................12 Achterpaneel en zijpanelen ..................12 Hoofdstuk 2.
  • Pagina 5 Hoofdstuk 3. Modi, functies en alarmen ......................19 Therapiemodi .........................19 Ademhalingstypes ......................20 Spontane ademhaling ..................20 Vereiste ademhaling ..................20 Ondersteunde ademhaling ................20 Zucht ........................20 Tabel met therapiemodi ...................21 Beademingstherapiemodi met drukregeling ...........22 Beademingstherapiemodi met volumeregeling ..........27 Functies van therapiemodi ....................30 Flex-comfortfunctie ....................30 Ramp ..........................31 Stijgtijd ..........................32 AVAPS-functie .......................32...
  • Pagina 6 Hoge zuurstofstroom ....................39 Lage zuurstofstroom ....................39 Hoge ingangsdruk zuurstof ..................39 Lage ingangsdruk zuurstof ..................39 Alarm Circuit losgekoppeld ..................40 Alarm Apneu .........................40 Alarm Hoog Vte ......................40 Alarm Laag Vte ......................40 Alarm Hoog Vti ......................41 Alarm Laag Vti ......................41 Alarm Hoge ademsnelheid ..................41 Alarm Lage ademsnelheid ..................41 Alarm Hoge inademingsdruk .................41 Alarm Lage inademingsdruk ..................42...
  • Pagina 7 Hoofdstuk 4. Installatie van het beademingsapparaat .................47 Het apparaat plaatsen ......................48 Het luchtfilter installeren ....................48 Eerste gebruik ........................48 Het apparaat van voeding voorzien ................49 Netspanning gebruiken....................49 Gelijkstroom gebruiken ....................50 Voedingsbronindicators van het apparaat ............53 Batterijen wegwerpen ....................55 Het ademhalingscircuit aansluiten op het beademingsapparaat ......56 Zuurstof aansluiten ......................60 Connector voor een O -inlaat installeren ............60...
  • Pagina 8 Instellingen wijzigen en bekijken in de modus Beperkte menutoegang ..95 Een primair of secundair voorschrift activeren ..........96 Onderdelen van het menu Mijn instellingen bekijken en wijzigen ..97 Het beademingsapparaat aansluiten op de patiënt ..........99 Hoofdstuk 6. Alarmen van het beademingsapparaat ................. 101 Akoestische en visuele alarmindicators ..............
  • Pagina 9 Een afstandsalarmeenheid gebruiken ............... 127 Een verpleegoproepsysteem gebruiken ..............128 Een SD-kaart (Secure Digital) gebruiken ..............128 De Philips Respironics DirectView-software gebruiken........129 Een waterzak aansluiten ....................129 Een oximetriemodule gebruiken (indien beschikbaar) ........129 Hoofdstuk 10. Procedures voor systeemcontrole ..................131 Benodigd materiaal ......................
  • Pagina 10 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 1. Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het Trilogy 202-apparaat. Inhoud van verpakking Het Trilogy 202-systeem kan uit de volgende onderdelen bestaan. Herbruikbare grijze schuimrubberen lters Trilogy 202 Handleiding Deksel afneembare batterij Wegwerpbaar actief circuit zonder waterzak SD-kaart (Secure Digital) (reeds...
  • Pagina 11 Beoogd gebruik Het Trilogy 202-systeem van Philips Respironics geeft continue of onderbroken beademingsondersteuning voor behandeling van mensen die mechanische beademing met of zonder vermenging van lucht/zuurstof nodig hebben. De Trilogy 202 dient voor gebruik bij pediatrische tot en met volwassen patiënten die ten minste 5 kg wegen.
  • Pagina 12 Waarschuwingen en aandachtspunten Waarschuwingen Een waarschuwing wijst op het gevaar van letsel bij de gebruiker of de bediener. Patiëntbewaking Voordat u een patiënt op het beademingsapparaat aansluit, moet er een klinische beoordeling plaatsvinden om het volgende te bepalen: • de alarminstellingen van het apparaat •...
  • Pagina 13 Kwalificaties van het De Trilogy 202 is een voor beperkt gebruik bestemd medisch hulpmiddel personeel dat dient voor gebruik door ademhalingsspecialisten of andere opgeleide, bevoegde zorgverleners onder toezicht van een arts. Het voorschrift en andere apparaatinstellingen mogen alleen in opdracht van de toezichthoudende arts worden gewijzigd.
  • Pagina 14 Het beademingsapparaat mag uitsluitend worden gebruikt met aansluitingen (algemeen) op de patiënt (bijv. maskers, circuits en uitademingspoorten) die door Philips Respironics worden aanbevolen. De juiste werking van het apparaat, inclusief alarmen, met andere circuits is door Philips Respironics niet gecontroleerd en is de verantwoordelijkheid van de gezondheidsdeskundige.
  • Pagina 15 Afstandsalarmen Zorg bij gebruik van een afstandsalarm dat u de connector van het afstandsalarm en de kabel grondig test door te controleren: – of alarmen die kenbaar worden gemaakt op het beademingsapparaat ook kenbaar worden gemaakt op het afstandsalarm. – of het loskoppelen van de kabel van het afstandsalarm van het beademingsapparaat of van het afstandsalarm een alarmmelding op het afstandsalarm oplevert.
  • Pagina 16 Philips Respironics of een geautoriseerd onderhoudscentrum. Hoofdstuk 1 Inleiding...
  • Pagina 17 Stop met het gebruik en vervang het beschadigde onderdeel. Reparaties en bijstellingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd onderhoudspersoneel van Philips Respironics. Onbevoegd onderhoud kan resulteren in letsel of overlijden, de garantie ongeldig maken en kostbare schade aan het apparaat veroorzaken.
  • Pagina 18 (aantal uur of aantal keren volledig opladen en ontladen). De capaciteit en levensduur van de batterijen worden ook beperkt door gebruik bij hogere temperaturen. Afneembare batterij Gebruik alleen de afneembare Trilogy-batterij van Philips Respironics met het beademingsapparaat. Reiniging Het beademingsapparaat mag niet met stoom worden geautoclaveerd. Dit zou het beademingsapparaat onherstelbaar beschadigen.
  • Pagina 19 Een externe batterij mag alleen op het beademingsapparaat worden aangesloten met het Trilogy-snoer voor een externe batterij van Philips Respironics. Dit snoer is uitgerust met een zekering, is voorbedraad en voorzien van de juiste stekker voor een veilige aansluiting op een standaardloodzuurbatterij voor diepe ontlading.
  • Pagina 20 Overzicht van het systeem Dit beademingsapparaat voorziet in zowel drukregeling als therapie met volumeregeling. Het apparaat is geschikt voor zowel niet-invasieve als invasieve beademing. Het kan worden gebruikt voor volledige therapie bij patiënten die van niet-invasieve beademing overschakelen op invasieve beademing.
  • Pagina 21 Symbolen De volgende symbolen staan op het apparaat: Voorpaneel Symbool Beschrijving Therapie starten/stoppen Alarmindicator/Geluid onderbreken Wisselstroomindicator Achterpaneel en zijpanelen Symbool Beschrijving Wisselstroomaansluiting Opening voor SD-kaart (Secure Digital) Connector seriële poort Aansluiting afstandsalarm Gelijkstroomaansluiting Zuurstofinlaat Raadpleeg de instructiehandleiding Dit geeft aan dat de instructiehandleiding gelezen moet worden. Toegepast onderdeel type BF Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 22 Gescheiden inzameling voor elektrische en elektronische apparatuur conform EG-Richtlijn 2002/96/EG. Klasse II (dubbel geïsoleerd) Druipwaterdichte apparatuur Hoofdstuk 1 Inleiding...
  • Pagina 23 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 24 Zo weet u zeker dat het apparaat correct werkt. Neem voor onderhoud contact op met Philips Respironics of een geautoriseerd onderhoudscentrum als deze indicaties niet optreden bij het opstarten. Hoofdstuk 2 Beschrijving van het systeem...
  • Pagina 25 Knoppen Links/Rechts Met deze knoppen kunt u beeldschermopties selecteren en bepaalde handelingen uitvoeren die op het scherm staan weergegeven. Visuele indicators Op het voorpaneel verschijnen diverse voedings- en alarmindicators. Netspanningsledje In de rechteronderhoek van het voorpaneel geeft een groen ledje ( aan dat het apparaat op de netspanning werkt.
  • Pagina 26 Onderdelen van de zijpanelen en het achterpaneel De zijpanelen en het achterpaneel van het beademingsapparaat hebben de volgende connectors en functies (rechts afgebeeld). Netvoedingsingang In deze aansluiting, aan de rechterkant van het beademingsapparaat, kunt u het netsnoer steken. Aansluiting van het ademhalingscircuit De connector voor het ademhalingscircuit bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat.
  • Pagina 27 U kunt deze connector gebruiken om het apparaat aan te sluiten op een computer waarop PC Direct- of Sleepware-software wordt gedraaid of op andere accessoires van Philips Respironics. Gebruik de Trilogy RS232 seriële kabel om het beademingsapparaat op het externe apparaat of op de computer aan te sluiten.
  • Pagina 28 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 3. Modi, functies en alarmen Therapiemodi Het apparaat levert drukgeregelde beademing (Pressure Control Ventilation; PCV) en volumegeregelde beademing (Volume Control Ventilation; VCV) voor niet-invasieve en invasieve patiënten. Drukgeregelde beademing levert een voorgeschreven druk aan de patiënt, in overeenstemming met de ingestelde ademsnelheid en inademingstijd. Dit houdt in dat elke ademhaling zo wordt geregeld, dat de patiënt de voorgeschreven druk krijgt toegediend.
  • Pagina 29 Ademhalingstypes Er zijn vier ademhalingstypes van toepassing op de beademingstherapiemodi Volumegeregeld en Drukgeregeld: • Spontaan • Vereist • Ondersteund • Zucht Spontane ademhaling Een spontane ademhaling wordt geactiveerd door de patiënt. Ademhalingen worden gestart door de ademhalingsinspanning van de patiënt en de luchttoediening wordt geregeld op grond van de huidige druk- of volume- instelling.
  • Pagina 30 Tabel met therapiemodi In de onderstaande tabel staan alle therapiemodi vermeld, met voor elke modus de beschikbare instellingen. Sommige instellingen in de tabel zijn afhankelijk van andere instellingen. Als het circuit bijvoorbeeld is ingesteld op Actief met flow, dan worden de Flowtriggergevoeligheid, Lekcompensatie en Flowcyclus weergegeven.
  • Pagina 31 Beademingstherapiemodi met drukregeling Beademingsmodi met drukregeling leveren een voorgeschreven druk aan de patiënt. Modus Constante positieve luchtwegdruk (CPAP) In de modus Constante positieve luchtwegdruk (CPAP) levert het apparaat altijd een constante druk aan de patiënt. In deze modus zijn alle ademhalingen spontane ademhalingen.
  • Pagina 32 Modus Spontaan/geregeld (S/T) In de modus Spontaan/geregeld (S/T) levert het apparaat bi- niveaudrukondersteuning. Deze modus geeft spontane en vereiste ademhalingen af. Een vereiste ademhaling wordt afgegeven als de patiënt niet spontaan ademt binnen de ingestelde voorgeschreven ademsnelheid (BPM). Hierdoor ontvangt de patiënt altijd een minimumaantal ademhalingen per minuut.
  • Pagina 33 Modus Geregeld (T) In de modus Geregeld (T) levert het apparaat bi-niveaudrukondersteuning. Deze modus levert alleen vereiste ademhalingen. Een vereiste ademhaling wordt afgegeven volgens de voorgeschreven BPM en ingestelde inademingstijd. Dit betekent ook dat het beademingsapparaat niet reageert op patiëntinspanningen. In deze modus wordt tijdens inademing een IPAP geleverd en tijdens uitademing een lagere EPAP.
  • Pagina 34 Modus Drukgeregeld (PC) In de modus Drukgeregeld (PC) levert het apparaat bi- niveaudrukondersteuning. Deze modus geeft ondersteunde en vereiste ademhalingen af. Deze modus is identiek aan de S/T-modus, behalve dat alle ademhalingen een vaste inademingstijd hebben. IPAP = 26 cm H = Vereiste ademhaling EPAP = 6 cm H = Ondersteunde ademhaling...
  • Pagina 35 Als voor afloop van het tijdvak een patiëntinspanning wordt waargenomen, wordt bij de eerste inspanning een spontane of ondersteunde inademing afgegeven. Als de vorige afgegeven ademhaling een vereiste ademhaling was, wordt bij de eerste patiëntinspanning binnen het tijdvak een spontane ademhaling afgegeven.
  • Pagina 36 Beademingstherapiemodi met volumeregeling Beademingsmodi met volumeregeling leveren een voorgeschreven ingeademd ademvolume volgens een ingestelde ademsnelheid en een ingestelde inademingstijd. Modus Geregelde beademing (CV) In de modus Geregelde beademing (CV) levert het apparaat volumegeregelde therapie. Deze modus geeft alleen vereiste ademhalingen af.
  • Pagina 37 Modus Ondersteund geregeld (AC) In de modus Ondersteund geregeld (AC) levert het apparaat volumegeregelde therapie. Deze modus levert ondersteunde en vereiste ademhalingen. Een ondersteunde ademhaling wordt gestart wanneer er sprake is van patiëntinspanning en beëindigd wanneer de ingestelde inademingstijd is bereikt. Een vereiste ademhaling wordt afgegeven als de patiënt niet spontaan ademt binnen de voorgeschreven BPM-instelling.
  • Pagina 38 Als voor afloop van het tijdvak een patiëntinspanning wordt waargenomen, wordt bij de eerste inspanning een spontane of ondersteunde inademing afgegeven. Als de vorige afgegeven ademhaling een vereiste ademhaling was, wordt bij de eerste patiëntinspanning binnen het tijdvak een spontane ademhaling afgegeven.
  • Pagina 39 Functies van therapiemodi Het apparaat heeft verschillende extra functies die het comfort van de patiënt verhogen. Flex-comfortfunctie Opmerking: Flex is niet beschikbaar als AVAPS is geactiveerd of als een Het apparaat is uitgerust met een speciale comfortfunctie die Flex wordt actief circuit wordt gebruikt.
  • Pagina 40 Bi-Flex Opmerking: Bi-Flex is alleen beschikbaar tot 25 cm H O in de In de S-modus regelt de Bi-Flex-functie de therapie door een kleine S-modus. drukverlichting in te lassen tijdens de laatste fasen van de inademing en aan het begin van de uitademing. In het volgende diagram geven de vetgedrukte lijnen Bi-Flex weer in vergelijking met de stippellijn die de normale BiPAP-therapie weergeeft.
  • Pagina 41 Stijgtijd Opmerking: Als de stijgtijd te hoog is ingesteld voor de In de modi S, S/T, PC, T, PC-SIMV en SIMV is de stijgtijd de tijd die beademingsomstandigheden, is het mogelijk dat de inademingsdruk het apparaat nodig heeft om over te schakelen van de ingestelde niet wordt bereikt.
  • Pagina 42 DRUK IPAP Max IPAP Min EPAP DUUR VOLUME Streef- volume AVAPS-functie DUUR Soorten flowpatroon In beademingstherapiemodi met volumeregeling zijn twee flowpatronen beschikbaar: • Rechthoekig • Ramp Rechthoekig Met een rechthoekgolfpatroon is de luchtstroom tijdens de inademing min of meer constant. FLOW Rechthoekig flowpatroon DUUR...
  • Pagina 43 Ramp Met een ramp-flowpatroon begint de luchtstroom snel en vertraagt vervolgens tijdens de inademing. FLOW van piek ow Ramp-golfvormpatroon DUUR In volumemodi moet de piekflow voor het actieve circuit minstens 20 l/min bedragen. De golfvorm kan worden afgevlakt als de combinatie van de ingestelde inademingstijd en het ingestelde ademvolume zou resulteren in een stroom van minder dan 20 l/min.
  • Pagina 44 Functie Dubbel voorschrift Opmerking: Voor beide voorschriften moet hetzelfde soort Het apparaat is voorzien van een functie voor dubbel voorschrift, waarmee circuit worden gebruikt. u een primair voorschrift kunt invoeren en indien nodig ook een secundair voorschrift voor de patiënt. Zo kunt u een primair voorschrift voor overdag en een secundair voorschrift voor ’s nachts instellen.
  • Pagina 45 Bij gebruik van circuitconfiguraties met actieve flow kan de flowtriggering Opmerking: Als de Lekcompensatie bij gebruik van met Lekcompensatie worden geactiveerd. De standaardinstelling bij een circuitconfiguratie met actieve gebruik van een circuit met actieve flow is lekcompensatie aan. De arts flow wordt ingeschakeld, heeft dit heeft de mogelijkheid om de Lekcompensatie uit te schakelen, maar alleen invloed op triggering en niet...
  • Pagina 46 Alarmen van het beademingsapparaat In dit gedeelte staan alle alarmen en informatieberichten van het beademingsapparaat beschreven in volgorde van prioriteit, van alarmen met hoge prioriteit tot alarmen met lage prioriteit en ten slotte informatieberichten. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over alarmen. Alarm Stroomuitval Dit is een alarm met hoge prioriteit.
  • Pagina 47 Alarm Controleer het circuit Dit is een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer het apparaat een probleem waarneemt met het patiëntcircuit, zoals afgeklemde of losgekoppelde slangen, condenswater in de proximaledrukleidingen of problemen met het actieve uitademingshulpmiddel. Alarm Lage circuitlekkage Dit is een alarm van hoge prioriteit dat alleen optreedt bij het passieve circuit.
  • Pagina 48 Hoge zuurstofstroom Dit is een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer de concentratie van de zuurstof van het apparaat meer dan 30 seconden 10% hoger is dan het instelpunt voor de FiO . Dit kan worden veroorzaakt door een probleem met de uitvoer van de zuurstofbron.
  • Pagina 49 Alarm Circuit losgekoppeld WAARSCHUWING Dit is een alarm met hoge prioriteit. Het alarm treedt op wanneer het Vertrouw er nooit op dat één enkel ademhalingscircuit losgekoppeld is of een groot lek heeft. Het apparaat blijft alarm altijd een loskoppeling van werken.
  • Pagina 50 Alarm Hoog Vti Dit is een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer het afgegeven ademvolume gedurende drie achtereenvolgende ademhalingen groter is dan de alarminstelling voor Hoog Vti. Het apparaat blijft werken. Het alarm wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er een ademhaling optreedt waarbij het afgegeven ademvolume de alarminstelling voor Hoog Vti niet bereikt.
  • Pagina 51 In drukmodi treedt het alarm op wanneer de geleverde druk de streefpatiëntdruk met 5 cm H O of meer overschrijdt tijdens de inademingsfase. Het apparaat schakelt automatisch naar de uitademingsfase en blijft functioneren. Het alarm wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de geleverde druk binnen 5 cm H O van de streefpatiëntdruk valt tijdens de inademingsfase.
  • Pagina 52 Alarm Batterij bijna leeg WAARSCHUWING Het alarm Batterij bijna leeg treedt op wanneer de laatste beschikbare Zoek onmiddellijk een alternatieve batterij zwak of bijna leeg is. Dit alarm heeft twee stadia. Wanneer het voedingsbron wanneer het bericht apparaat nog ongeveer 20 minuten kan werken op de batterij, wordt een ‘Batterij bijna leeg’...
  • Pagina 53 Alarm AC-vermgn niet aangesl. Dit is een alarm met matige prioriteit. Het treedt op wanneer de wisselstroomvoorziening niet meer beschikbaar is en het apparaat is overgeschakeld op een andere voedingsbron (een afneembare of externe batterij, indien aangesloten, of, als er geen andere voedingsbron beschikbaar is, de interne batterij).
  • Pagina 54 Informatiebericht Controleer externe batterij Dit informatiebericht verschijnt wanneer er een slechte aansluiting is met de externe batterij of de externe batterij defect is. Het apparaat blijft werken op voeding van de afneembare batterij als deze beschikbaar is, of de interne batterij.
  • Pagina 55 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 56 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 4. Installatie van het beademingsapparaat In dit hoofdstuk worden aanwijzingen gegeven voor het monteren van het WAARSCHUWING beademingsapparaat. De volgende installatie-informatie wordt behandeld: Patiënten die afhankelijk zijn van • Het apparaat correct plaatsen beademing moeten voortdurend • Het luchtfilter installeren door bevoegd personeel worden •...
  • Pagina 57 Het apparaat plaatsen Zet het beademingsapparaat op een vlakke, horizontale ondergrond. Zorg dat de luchtinlaat op de zijkant van het apparaat niet geblokkeerd is. Als u de luchtstroom rond het apparaat blokkeert, is het mogelijk dat het beademingsapparaat niet goed werkt. Het luchtfilter installeren LET OP Het apparaat gebruikt een grijs schuimrubberen filter dat wasbaar en...
  • Pagina 58 Het apparaat van voeding voorzien Het apparaat kan worden gebruikt op zowel wisselspanning als gelijkspanning. Het beademingsapparaat spreekt mogelijke voedingsbronnen aan in de volgende volgorde: • Netspanning • Externe batterij • Afneembare batterij • Interne batterij Netspanning gebruiken Opmerking: Dit apparaat is geactiveerd (d.w.z.
  • Pagina 59 Raadpleeg de instructies bij het Trilogy-snoer voor de externe batterij van en heeft de juiste aansluitingen Philips Respironics voor gedetailleerde informatie over het gebruik van het voor een veilige aansluiting op een standaardloodzuurbatterij apparaat met een externe batterij.
  • Pagina 60 Afneembare batterij LET OP Philips Respironics levert een afneembare lithium-ion-batterij. Om de De afneembare en interne afneembare batterij te gebruiken, dient u het beschermdeksel te verwijderen batterij slijten afhankelijk van en de batterij aan de achterkant van het beademingsapparaat vast te klikken.
  • Pagina 61 Als het apparaat niet is aangesloten op een stopcontact of externe batterij, wordt het door de afneembare batterij gevoed, als deze is aangesloten. Hoe lang het beademingsapparaat op de batterijvoeding werkt, is van vele factoren afhankelijk, zoals de instellingen van het apparaat, de mate waarin de batterij is opgeladen, de toestand van de batterij en de leeftijd van de batterij.
  • Pagina 62 Aan een van de zijden van de afneembare batterij bevindt zich een groep ledjes waarmee de lading van de batterij wordt aangegeven. Als u op de knop onder de ledjes drukt, kunt u zien hoe ver de batterij is geladen: Ledje Batterijcapaciteit Alle 5 ledjes branden...
  • Pagina 63 Philips Respironics of een gemachtigde Batterij Symbool onderhoudsvertegenwoordiger om...
  • Pagina 64 Gelijkspanningsindicator Beschrijving Rode indicator Batterij bijna Wanneer het apparaat waarneemt dat de batterij die in gebruik is bijna leeg leeg is (het apparaat nog ongeveer 10 minuten van voeding kan voorzien), wordt de binnenkant van het vak rond het batterijsymbool rood. Naast de batterij-indicator op het Bewakingsscherm verschijnt een alarmbericht met hoge prioriteit ‘Batterij bijna leeg’...
  • Pagina 65 (onderdeelnummer op de aansluiting van het beademingscircuit op de zijkant van het 342077) te gebruiken. Filters die beademingsapparaat. niet zijn goedgekeurd door Philips Respironics kunnen de prestaties van Gebruikt u geen virus-/bacteriefilter (niet aangeraden), sluit de slang het systeem verslechteren.
  • Pagina 66 Doe het volgende als uw circuit actieve PAP is: Hulpmiddel voor actieve uitademing met proximale druk 1. Sluit de flexibele slang aan op een hulpmiddel voor actieve uitademing met proximale druk. Opmerking: Beademing met een passief circuit levert lekcompensatie A. Sluit het hulpmiddel voor actieve uitademing met proximale in zowel volume- als drukmodus.
  • Pagina 67 Doe het volgende als uw circuit Actieve flow is: 1. Sluit de flowsensor aan op een hulpmiddel voor actieve Opmerking: Gebruik alleen de door uitademing zoals hieronder afgebeeld. Philips Respironics goedgekeurde flowsensor met dit apparaat. De flowsensor aansluiten Flowsensor 2. Sluit het andere uiteinde van de flexibele slang aan op het hulpmiddel voor actieve uitademing.
  • Pagina 68 C. Sluit de stroomleidingen en de uitademingsklepleiding aan op het universele poortblok op het beademingsapparaat zoals hieronder afgebeeld. • Sluit de witgestreepte stroomleiding aan Opmerking: Bij gebruik van een op de bovenste, gestreepte poort op het hulpmiddel voor actieve uitademing universele poortblok op het apparaat.
  • Pagina 69 Zuurstof aansluiten Voer de volgende instructies uit om het beademingsapparaat op een hogedrukzuurstofbron aan te sluiten. Connector voor een O -inlaat installeren LET OP Het beademingsapparaat wordt geleverd met een zuurstofconnector Voorkom dat er vuil in het spruitstuk met een uitwendige, NPT, vernikkelde DISS-fitting (Diameter Index Safety komt wanneer de connector wordt System) van 0,64 cm.
  • Pagina 70 Het beademingsapparaat aansluiten op een hogedrukzuurstofbron: Sluit de zuurstofbron aan op de zuurstofconnector op de achterkant van het Trilogy 202-apparaat met behulp van de meegeleverde 2,5 meter lange O -slang van Philips Respironics. • Sluit het ene uiteinde van de O -slang aan op het Trilogy 202-apparaat.
  • Pagina 71 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 72 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 5. Instellingen bekijken en wijzigen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u door de beademingsschermen Opmerking: De functie keypadvergrendeling heeft een bladert en beademingsinstellingen wijzigt. Daarnaast wordt beschreven hoe time-outperiode bij inactiviteit. u het beademingsapparaat aansluit op de patiënt nadat alle instellingen zijn Als u de keypad zoals aangegeven gemaakt.
  • Pagina 73 Toegang tot de schermen met instellingen Het beademingsapparaat heeft twee menutoegangsniveaus: Volledig en Beperkt. Modus Volledige menutoegang Opmerking: De toetsencombinatie voor Volledige menutoegang kan Met Volledige menutoegang kunt u alle beschikbare instellingen wijzigen. worden uitgevoerd vanuit zowel het Met Beperkte menutoegang kan de gebruiker alleen die parameters wijzigen scherm Uit als het Bewakingsscherm.
  • Pagina 74 Wanneer u deze toetsencombinatie indrukt terwijl de luchtstroom uit is, verschijnt het scherm Setup en klinkt een geluidssignaal. Hieronder ziet u een voorbeeld van een scherm Setup. Scherm Setup (met paneel Setup en Menupaneel) Vanuit het menu Opties kunt u de instelling voor de menutoegang permanent wijzigen in Volledige menutoegang.
  • Pagina 75 Toegang tot de schermen Opstarten en Bewaking Nadat u op de knop hebt gedrukt om met de therapie te beginnen, verschijnt het scherm Opstarten kortstondig; op dit scherm wordt de naam van het apparaat en de softwareversie aangeduid. Het volgende scherm dat verschijnt is het Bewakingsscherm. Hoe dit scherm er precies uitziet, hangt af van hoe u het apparaat hebt ingesteld.
  • Pagina 76 Als Detailweergave in het menu Opties is ingeschakeld, ziet het Bewakingsscherm eruit als het scherm in de afbeelding hieronder. Bewakingspaneel Paneel Gemeten instellingen Bewakingsscherm – Detailweergave aan Statuspaneel Dit scherm bevat meer gedetailleerde informatie over de therapie. – Het Bewakingspaneel bevat de voorschriftindicator als er een dubbel voorschrift bestaat, de therapiemodus, een diagram met de huidige druk en de huidige datum en tijd.
  • Pagina 77 Indicators op het Bewakingsscherm Opmerking: Strepen op het beeldscherm geven aan dat het In dit gedeelte staan de volgende indicators beschreven: apparaat de parameters niet heeft kunnen berekenen. Wanneer het • indicators op het Bewakingspaneel apparaat bijvoorbeeld voor het eerst •...
  • Pagina 78 Indicator Beschrijving Luchtwegdrukmanometer De manometer (staafdiagram) geeft op elk moment de luchtwegdruk en piekdruksymbool in het patiëntcircuit weer. Wanneer de druk tijdens inademing toeneemt, beweegt het balkje van de manometer naar rechts. Wanneer de druk afneemt tijdens uitademing, beweegt het balkje naar links.
  • Pagina 79 Paneel Gemeten instellingen Alle indicators die kunnen voorkomen op het paneel Gemeten instellingen staan beschreven in de volgende tabel. Indicator Beschrijving Inspiratoire piekdruk geeft de hoogste druk weer die tijdens de vorige ademhaling aan de patiënt is afgegeven. I:E-verhouding Vergelijkt voor de vorige ademhaling de tijd besteed aan inademing met (I:E-verh.) de tijd die is besteed aan uitademing.
  • Pagina 80 Indicators op het Statuspaneel Alle indicators die kunnen voorkomen op het Statuspaneel staan beschreven in de volgende tabel. Indicator Beschrijving Geeft aan dat het apparaat in de modus Volledige menutoegang staat, wat inhoudt dat u alle voorschriftinstellingen kunt wijzigen. Wordt weergegeven wanneer een SD-geheugenkaart (Secure Digital) in het beademingsapparaat wordt gestoken.
  • Pagina 81 Indicator Beschrijving Wanneer geen netspanning beschikbaar is, verschijnt rond de batterij die actief voeding levert aan het beademingsapparaat een zwart vak. (In het statuspaneel hierboven is de externe batterij in gebruik, dus wordt het symbool weergegeven.) Bij de afneembare of interne batterij verschijnt een gele bliksemschicht wanneer die batterij wordt opgeladen.
  • Pagina 82 Knoppenpaneel op het scherm Op de onderstaande illustratie staat het knoppenpaneel op het Hoofdmenuscherm afgebeeld, met de knoppen aan de voorkant van het apparaat. Knoppenpaneel op scherm Voorbeeld Knoppenpaneel op het scherm Opmerking: De knoppen op het scherm verschillen afhankelijk van het scherm dat wordt weergegeven en welke instellingen op uw apparaat zijn geactiveerd.
  • Pagina 83 Instellingen wijzigen en bekijken in de modus Opmerking: Wanneer u de hoogste of laagste instelling hebt bereikt en Volledige menutoegang nogmaals op de knop Omhoog/ Omlaag drukt, komt u bij sommige therapie-instellingen weer bij het Wanneer het apparaat in de modus Volledige menutoegang staat, kunnen andere uiterste terecht.
  • Pagina 84 De apparaatinstellingen en alarmen wijzigen Opmerking: In het menu Opties (later in dit hoofdstuk beschreven) Ga met behulp van de knoppen omhoog en omlaag vanuit het kunt u de drukeenheden specificeren die door het apparaat worden Hoofdmenuscherm naar het menu Instellingen en alarmen en druk op de weergegeven: als cm H O, hPa of knop Rechts om het menu te selecteren.
  • Pagina 85 Modus instellen Opmerking: Zie hoofdstuk 3 voor gedetailleerde informatie over elke U kunt de modus in het scherm Instellingen en alarmen wijzigen in een van therapiemodus. de volgende therapiemodi: Opmerking: Tabel in • hoofdstuk 3 geeft overzichtelijk CPAP weer welke instellingen in elke •...
  • Pagina 86 Lekcompensatie is niet beschikbaar in de circuitconfiguratie met actieve PAP. WAARSCHUWING U kunt het ingeademde zuurstofgehalte in stappen van 1 instellen van Philips Respironics raadt aan een zuurstofmonitor te 21% tot 100%. gebruiken die voldoet aan...
  • Pagina 87 Wanneer u op deze knop drukt, verschijnt het volgende bevestigingsscherm: Opmerking: Druk op de knop Ja om te bevestigen dat u de zuurstofconcentratie wilt verhogen tot 100%, of op de knop Nee als u de zuurstofconcentratie niet wilt verhogen. Bevestigingsscherm 100% O Bevestigingsscherm 100% O Door Ja te selecteren, kunt u de concentratie van de afgegeven zuurstof tijdelijk (voor twee minuten) verhogen tot 100%.
  • Pagina 88 Opmerking: Druk op de knop Nee om te bevestigen dat u de zuurstofconcentratie op 100% wilt houden, of op de knop Ja als u de zuurstof op 100% wilt annuleren. Bevestigingsscherm Annulering 100% O Bevestigingsscherm Annulering 100% O Circuit losgekoppeld WAARSCHUWING Met deze instelling schakelt u het alarm Circuit losgekoppeld in en uit.
  • Pagina 89 Laag Vte Opmerking: De alarmen Hoog Vte en Laag Vte zijn beschikbaar als het Met deze instelling schakelt u het alarm Laag Vte in en uit. Het alarm wordt passieve circuit of het circuit met actieve flow is geselecteerd. actief wanneer het geschatte uitgeademde ademvolume kleiner is dan of gelijk is aan deze instelling.
  • Pagina 90 Lage beademing/min. Opmerking: U kunt de instelling Lage beademing/min. in stappen Met deze instelling schakelt u het alarm Lage beademing/min. in en uit. Het van 0,1 l/min vergroten of verkleinen van 0,1 tot 0,99 l/min en in stappen alarm wordt actief wanneer de berekende beademing per minuut kleiner is van 1 l/min van 1 tot 99 l/min.
  • Pagina 91 Lage inademingsdruk Opmerking: Als de CPAP-druk is ingesteld op 4 (de minimale Deze instelling regelt het alarm Lage inademingsdruk. Deze waarde kan instelling), is de instelling Ramp- duur niet beschikbaar. alleen door de gebruiker worden ingesteld in de modi CV, AC en SIMV. Hij kan niet lager worden ingesteld dan PEEP + 2 cm H O of hoger dan de hoge inademingsdruk.
  • Pagina 92 Triggertype Opmerking: Triggertype is niet beschikbaar als een circuit met Het apparaat kan zo worden ingesteld dat het ademhalingen triggert op actieve PAP of actieve flow is geselecteerd. Flowtrigger is de basis van automatische flowdrempels of specifieke flowinstellingen. Als triggermethode voor circuits met triggertype kunt u Auto-Trak of Flowtrigger kiezen.
  • Pagina 93 AVAPS Opmerking: AVAPS is alleen beschikbaar als het passieve circuit AVAPS is alleen beschikbaar als Flex niet is geactiveerd. is geselecteerd. U kunt AVAPS deactiveren door Uit te selecteren en activeren door Aan te selecteren. Als u Uit selecteert, wordt de IPAP-instelling weergegeven. Als u Aan selecteert, worden IPAP-druk max.
  • Pagina 94 Ademvolume Opmerking: In de modi CV, AC en SIMV wordt de instelling voor De instelling Ademvolume wordt weergegeven als AVAPS actief is. U het ademvolume beperkt door de inademingstijd, om de minimum- en kunt de instelling in stappen van 5 ml verhogen en verlagen tussen 50 en maximumpiekflow van het systeem 2000 ml.
  • Pagina 95 Inademingstijd Opmerking: In drukmodi wordt het bereik van de Inademingstijd U kunt de instelling Inademingstijd in stappen van 0,1 seconde instellen beperkt door de geldende Ademsnelheid, om een I:E- tussen 0,3 en 5,0 seconden. De inademingstijd is de duur van de verhouding van ten minste 1:1 te inademingsfase van een vereiste ademhaling.
  • Pagina 96 Onderdelen van het menu Opties bekijken en wijzigen Kies Opties in het Hoofdmenuscherm. Het menu Opties verschijnt; zie onderstaand scherm. Menu Opties De volgende instellingen zijn beschikbaar in het menu Opties. • Menutoegang – U kunt Volledige of Beperkte menutoegang kiezen.
  • Pagina 97 Alle drukwaarden op de schermen worden uitgedrukt in de eenheid die WAARSCHUWING u hier kiest. Zorg ervoor dat het alarmvolume • Alarmvolume – U kunt het volume van de alarmen van het luid genoeg is afgesteld om apparaat aanpassen met deze instelling. Voor het alarmvolume te worden gehoord door de zorgverlener.
  • Pagina 98 Dim: de verlichting van het scherm wordt verminderd, zodat het beeldscherm nog steeds zichtbaar is maar niet zo helder is. Als de screensaver is ingeschakeld, wordt hij weergegeven wanneer er 5 minuten lang geen toetsen zijn ingedrukt. Wanneer u op een knop op het apparaat drukt, verdwijnt de screensaver.
  • Pagina 99 • Bedrijfsuren – De Bedrijfsuren geven het aantal uren weer dat de blazer van het apparaat aan heeft gestaan sinds de vorige keer dat deze waarde is gereset. U kunt deze waarde desgewenst resetten op nul (0). De Bedrijfsuren die hier worden weergegeven verschillen van de Blazeruren die worden weergegeven op de Informatieschermen.
  • Pagina 100 Het meldingslog bekijken Opmerking: In de modus Volledige menutoegang kunt u het Vanuit het Hoofdmenuscherm hebt u via Meldingslog toegang tot het meldingslog desgewenst wissen door op de knop Rechts (wissen) te Meldingslogscherm. drukken. Het meldingslog bevat een lijst van alle gebeurtenissen die zijn opgetreden, zoals veranderingen van de instellingen van het beademingsapparaat, situaties waarin het beademingsapparaat inactief was, alarmen enz., in chronologische volgorde met de meest recente gebeurtenissen bovenaan.
  • Pagina 101 Voorschriften bijwerken met de SD-kaart WAARSCHUWING Wanneer u het voorschrift voor Met de Trilogy 202 kunt u het voorschrift van de patiënt bijwerken met de het apparaat, alarmen en andere SD-kaart. Met deze functie kunt u een enkel voorschrift bijwerken, of beide instellingen met behulp van voorschriften als de functie voor dubbel voorschrift actief is.
  • Pagina 102 Selecteer Annuleren om het proces voor het bijwerken van het Opmerking: Controleer het voorschrift zorgvuldig om te zien of voorschrift te annuleren en de aanvankelijke toestand van het scherm alle instellingen juist zijn. te herstellen voordat het bijwerken van het voorschrift was begonnen. Opmerking: Als beide voorschriften Selecteer Pagina om het gehele voorschrift door te nemen.
  • Pagina 103 Bericht Oorzaak Maatregel Wijziging in voorschrift mislukt Wordt weergegeven wanneer Verwijder de kaart en laat het tijdens het bijwerken van het voorschrift vervangen door een voorschrift een fout optreedt. Dit geldig voorschrift. gebeurt wanneer u probeert voor een voorschriftparameter die niet geldig is in de therapiemodus een waarde in te stellen of wanneer u probeert een...
  • Pagina 104 Instellingen wijzigen en bekijken in de modus Opmerking: Als de functie Keypadvergrendeling is geactiveerd, Beperkte menutoegang verschijnt het bericht ‘Druk RECHTER toets 5 sec in voor ontgr.’ Wanneer u de toets 5 seconden Nadat u op de knop hebt gedrukt en het Bewakingsscherm ingedrukt hebt gehouden, wordt hebt geopend, kunt u instellingen bekijken en veranderen met de de keypad ontgrendeld en kunt u...
  • Pagina 105 • Mijn instellingen: Bekijk en wijzig bepaalde instellingen voor Opmerking: De onderdelen Opties, Alarmlog en Informatie zijn eerder het voorschrift, zoals de stijgtijd of de ramp-begindruk, als deze in dit hoofdstuk uitvoerig aan de instellingen zijn aangezet. orde gekomen, in het gedeelte •...
  • Pagina 106 Onderdelen van het menu Mijn instellingen bekijken en Opmerking: De opties in het scherm Mijn instellingen zijn afhankelijk van wijzigen hoe het apparaat is ingesteld. U kunt de therapie-instellingen in het scherm Mijn instellingen bekijken en Opmerking: Wanneer u de hoogste of laagste instelling hebt bereikt en wijzigen door met de knop Omhoog/Omlaag (navigeren) op het Hoofdmenu nogmaals op de knop Omhoog/...
  • Pagina 107 In het menu Mijn instellingen kunt u de volgende instellingen wijzigen, als deze zijn geactiveerd. • Stijgtijd – De stijgtijd is de tijd die het beademingsapparaat erover doet om van uitademing naar inademing om te schakelen. Als deze functie is geactiveerd, kunt u de Stijgtijd instellen tussen 1 en 6, om de instelling te vinden die u het meeste comfort biedt.
  • Pagina 108 Neem voor onderhoud contact een geluidssignaal om aan te geven dat de therapie is begonnen. Op het op met Philips Respironics of een beeldscherm verschijnt het scherm Opstarten. geautoriseerd onderhoudscentrum als deze indicaties niet optreden bij het opstarten.
  • Pagina 109 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 110 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 6. Alarmen van het beademingsapparaat In dit hoofdstuk worden de alarmen van het beademingsapparaat beschreven en wat u moet doen als er een alarm optreedt. Er zijn drie soorten alarmen: Opmerking: Als tegelijkertijd • verschillende alarmen optreden, Hoge prioriteit –...
  • Pagina 111 Akoestische en visuele alarmindicators Wanneer zich een alarmtoestand voordoet: • licht de alarmledje-indicator op de knop Alarmindicator/Geluid onderbreken op • klinkt het akoestische alarm • verschijnt een bericht op het scherm dat het soort alarm aangeeft • wordt het afstandsalarm actief (indien van toepassing) Deze alarmindicators worden hieronder in detail beschreven.
  • Pagina 112 Akoestische indicators Opmerking: Voor de alarmindicators die in deze Elke keer dat een stroomstoring of een alarm met hoge, matige of lage handleiding worden beschreven, stelt elke ‘stip’ een akoestische prioriteit wordt waargenomen, klinkt een akoestische indicator. De pieptoon voor. akoestische indicator klinkt ook bij informatieberichten en om te bevestigen dat bepaalde handelingen zijn uitgevoerd (bijvoorbeeld wanneer een SD-kaart in het apparaat is gestoken of eruit is verwijderd).
  • Pagina 113 • Akoestische indicators bij informatieberichten en bevestigingen – Wanneer een informatiebericht verschijnt op het scherm, klinkt een korte akoestische indicator van 1 piep. Wanneer het apparaat waarneemt dat een bepaalde handeling is uitgevoerd (bijvoorbeeld wanneer de knop Start/Stop is ingedrukt om de therapie te starten, of wanneer een SD-kaart in het apparaat is gestoken of eruit is verwijderd) klinkt bovendien een korte akoestische indicator van 1 piep.
  • Pagina 114 Scherm met alarm in menustrook Wanneer een alarm wordt weergegeven in de menustrook en u op de softkey Afsluiten drukt, verschijnt automatisch het scherm Alarmen en berichten in plaats van het Bewakingsscherm. Als een alarm handmatig wordt gereset door de gebruiker of zichzelf opheft, verschijnt de menustrook weer die werd weergegeven voordat het alarm optrad.
  • Pagina 115 Vanuit de toestand Beademingsapparaat inactief kunt u het beademingsapparaat uitschakelen met de normale toetsencombinatie voor uitschakeling. Wanneer de knop Start/Stop wordt ingedrukt, verschijnt het volgende scherm. Scherm Beademingsapparaat inactief; Uit Druk op de knop Rechts (ja) om het beademingsapparaat uit te schakelen en het geluidsalarm te stoppen.
  • Pagina 116 Functies Geluid onderbreken en Alarm resetten In deze paragraaf worden de functies Geluid onderbreken en Alarm resetten beschreven. Geluid onderbreken Wanneer een alarm optreedt, kunt u de akoestische indicator tijdelijk onderdrukken door op de knop Alarmindicator/Geluid onderbreken te drukken. Het alarm wordt voor twee minuten onderdrukt en klinkt daarna opnieuw als de oorzaak van het alarm niet is verholpen.
  • Pagina 117 Regeling alarmvolume WAARSCHUWING Zoals uitgelegd in hoofdstuk 5 kunt u het alarmvolume aanpassen in Zorg ervoor dat het alarmvolume luid genoeg is afgesteld om het menu Opties. U kunt kiezen tussen Luid en Zacht, afhankelijk van uw te worden gehoord door de voorkeur.
  • Pagina 118 Overzichtstabel alarmen In de volgende tabel staan alle alarmen van hoge, matige en lage prioriteit en de informatieberichten samengevat. Zie het hoofdstuk Problemen oplossen voor nadere informatie. Alarm Prioriteit Geluids- Visuele indicator Toestand Handeling clinicus indicator (alarmindicatorknop apparaat en beeldscherm) Stroomuitval Hoog Knop knippert rood;...
  • Pagina 119 Controleer de zuurstofbron. De zuurstofbron mag de stroom niet beperken – nominaal max. 175 SLPM. Neem als het probleem aanhoudt contact op met Philips Respironics of een gemachtigde onderhoudsvertegenwoordiger. Houd het modelnummer en het serienummer van het apparaat bij de hand wanneer u belt.
  • Pagina 120 Controleer de zuurstofbron. De zuurstofinvoer dient 276 tot 600 kPa te zijn. Neem als het probleem aanhoudt contact op met Philips Respironics of een gemachtigde onderhoudsvertegenwoordiger. Houd het modelnummer en het serienummer van het apparaat bij de hand wanneer u belt.
  • Pagina 121 Alarm Prioriteit Geluids- Visuele indicator Toestand Handeling clinicus indicator (alarmindicatorknop apparaat en beeldscherm) Lage inademingsdruk Hoog Knop knippert Blijft werken Controleer de status van de rood; bericht ‘Lage patiënt. Laat het apparaat inademingsdruk’ repareren als het alarm aanhoudt. Hoge beademing/ Hoog Knop knippert Blijft werken...
  • Pagina 122 Alarm Prioriteit Geluids- Visuele indicator Toestand Handeling clinicus indicator (alarmindicatorknop apparaat en beeldscherm) Vervang afneembare Laag of voor lage Het bericht ‘Vervang Blijft werken Schakel over op een andere batterij hoog, prioriteit afneembare batterij’ batterij of op netvoeding terwijl afhankelijk verschijnt.
  • Pagina 123 Controleer of de kaart voldoet aan de specificaties. Controleer de schrijfbeveiligingsschakelaar op de kaart. Als deze toestand blijft bestaan, dient u contact op te nemen met een bevoegd vertegenwoordiger van Philips Respironics. Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 124 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 7. Reiniging en onderhoud Het beademingsapparaat reinigen WAARSCHUWING De buitenkant van het beademingsapparaat en de buitenkant van de Haal ter voorkoming van elektrische afneembare batterij (indien in gebruik) moeten voor en na gebruik bij elke schokken altijd de stekker uit patiënt, en vaker indien nodig, worden gereinigd.
  • Pagina 125 Hierdoor weer installeert. Als het schuimrubberen filter gescheurd of beschadigd heeft het gereinigde filter voldoende is, dient u het te vervangen. Gebruik uitsluitend door Philips Respironics tijd om te drogen. geleverde filters als vervangend filter. Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 126 Houd u bij het reinigen van het circuit aan het protocol van uw instelling. aanwijzingen van Philips Respironics bij elk accessoire. Reinigingsinstructies herbruikbare circuit Reinig het patiëntcircuit volgens het protocol van uw instelling.
  • Pagina 127 Een nieuw bacteriefilter plaatsen Preventief onderhoud Op de onderkant van uw nieuwe Trilogy beademingsapparaat van Philips Respironics is een label aangebracht dat betrekking heeft op preventief onderhoud. Het label duidt aan wanneer het apparaat onderhoud nodig heeft. Onderhoud is nodig op het eerste van de volgende tijdstippen: om de 10.000 uur of 24 maanden, afhankelijk van hoeveel het apparaat gebruikt is.
  • Pagina 128 Controleer het netsnoer op schade en vervang deze indien nodig. • Om de 10.000 uur of twee jaar, welk Laat door opgeleide onderhoudsmonteurs van Philips zich het eerste voordoet Respironics een prestatieverificatietest uitvoeren volgens de Onderhoudshandleiding van de Trilogy. •...
  • Pagina 129 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 130 Breng het beademingsapparaat op kamertemperatuur. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met een gemachtigde onderhoudsvertegenwoordiger of met Philips Respironics om het apparaat te laten onderhouden. Houd het modelnummer en het serienummer bij de hand wanneer u belt.
  • Pagina 131 Controleer of de batterijen helemaal geladen zijn en het apparaat op de netspanning is aangesloten. Als het apparaat nog steeds niet wordt ingeschakeld nadat het op de netspanning is aangesloten, neemt u contact op met een geautoriseerd onderhoudscentrum of met Philips Respironics om het apparaat te laten onderhouden.
  • Pagina 132 Probleem: Het masker voelt ongemakkelijk aan, er is aanzienlijke luchtlekkage rond het masker, of de patiënt ondervindt andere problemen met het masker. Te ondernemen actie: Zorg ervoor dat de patiënt een masker van de juiste maat heeft en dat het masker juist is opgezet.
  • Pagina 133 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 134 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 9. Accessoires U kunt diverse accessoires gebruiken bij het beademingsapparaat. Gebruik alleen door Philips Respironics goedgekeurde accessoires bij Trilogy beademingsapparaten. Een luchtbevochtiger toevoegen Een luchtbevochtiger kan een droog of geïrriteerd gevoel in de neus verhelpen door vocht toe te voegen aan de luchtstroom.
  • Pagina 135 Houd rekening met de onderstaande waarschuwingen als u zuurstof gebruikt bij het apparaat. Waarschuwingen van de zuurstofmengmodule • Om de nauwkeurigheid van de zuurstofafgifte te verzekeren en om te controleren op de aanwezigheid van contaminatie (onjuist gas aangesloten) dient u een externe zuurstofmonitor te gebruiken die de zuurstofconcentratie in het afgegeven gas controleert.
  • Pagina 136 Een afstandsalarmeenheid gebruiken WAARSCHUWING Het afstandsalarmsysteem en het U kunt een afstandsalarmeenheid van Philips Respironics met uw apparaat verpleegoproepsysteem moeten gebruiken. Gebruik uitsluitend een speciaal adaptersnoer van Philips dagelijks worden getest. Zorg bij Respironics om het apparaat op de afstandsalarmeenheid (REF 1045291)
  • Pagina 137 25 V~ of 60 V niet bij de nominale toevoerspanning op de Philips Respironics raadt dringend aan om gebruik te maken van een transformator of converter, tussen verpleegoproepsysteem met rustcontact. Als een systeem met logica conductors in een aardvrij circuit met arbeidscontact wordt gebruikt, zijn er bepaalde situaties waar het dat is geïsoleerd van de netspanning...
  • Pagina 138 De kaart schuift een eindje uit het apparaat. De Philips Respironics DirectView-software gebruiken U kunt de Philips Respironics DirectView-software, versie 1.3 of hoger, gebruiken om de voorschriftgegevens van de SD-kaart naar een computer over te dragen. DirectView kan worden gebruikt door clinici om opgeslagen gegevens van de SD-kaart te ontvangen en te rapporteren.
  • Pagina 139 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 140 • behuizing gebarsten of defect is, Testlong staakt u het gebruik en neemt u voor • Hogedruk O -slang onderhoud contact op met Philips • Zuurstofmonitor Respironics of een geautoriseerd onderhoudscentrum. • Kleine schroevendraaier met platte kop Hoofdstuk 10 Procedures voor systeemcontrole...
  • Pagina 141 Visuele inspectie Controleer of de behuizing niet defect is en of alle betreffende schroeven op hun plek zitten. Controleer of de hendel van het apparaat, het SD-kaartklepje en de afneembare batterij goed vastzitten en naar behoren functioneren. Controleer of de rubber pootjes aanwezig zijn aan de onderkant van het apparaat.
  • Pagina 142 Instelling Waarde Therapiemodus AVAPS (alleen bij passief circuit) Uit IPAP 20 cm H EPAP 4 cm H Ademsnelheid 12 BPM Inademingstijd 1,6 seconde Triggertype (passief circuit) Auto-Trak Flowtriggergevoeligheid 6,0 l/min (circuit met actieve PAP of actieve flow) Lekcompensatie (circuit met actieve flow) Flowcyclusgevoeligheid (circuit met actieve PAP of...
  • Pagina 143 2. Het alarm Hoog ademvolume controleren Met deze procedure controleert u of het alarm Hoog ademvolume correct werkt. Bij passieve circuits en circuits met actieve flow wordt hiermee het alarm Hoog Vte getest. Bij actieve circuits met PAP wordt hiermee het alarm Hoog Vti getest.
  • Pagina 144 De instellingen van het beademingsapparaat herstellen Stel het beademingsapparaat in op de instelling in tabel 5. Instelling Waarde Tabel 5 - De instellingen van Hoog Vte/Hoog Vti het beademingsapparaat herstellen 3. Het alarm Laag ademvolume controleren Met deze procedure controleert u of het alarm Laag ademvolume correct werkt.
  • Pagina 145 D. Controleren of het alarm zichzelf reset Wacht 40 seconden en controleer of de volgende kenmerken van een automatische reset aanwezig zijn: • De akoestische indicator voor hoge prioriteit is gestopt. • Het rode lampje op de knop Alarmindicator/Geluid onderbreken knippert niet meer. De instellingen van het beademingsapparaat herstellen Stel het beademingsapparaat in op de instelling in tabel 8.
  • Pagina 146 • Het alarm Circuit losgekoppeld verschijnt op het scherm, gemarkeerd met rood. D. De testlong weer aansluiten Sluit de testlong weer aan op het circuit. Controleren of het alarm zichzelf reset Wacht minimaal 40 seconden en controleer of de volgende kenmerken van een automatische reset aanwezig zijn: •...
  • Pagina 147 Instelling Waarde Flowpatroon Ramp PEEP 4 cm H Zucht Circuit losgekoppeld Lage inademingsdruk 6 cm H Hoge inademingsdruk 10 cm H Apneu Alle andere alarmen Het alarm controleren Wacht maximaal 40 seconden en controleer de volgende alarmsignalen: • De akoestische indicator voor matige prioriteit klinkt. •...
  • Pagina 148 6. Het alarm Lage inademingsdruk controleren Met deze procedure controleert u of het alarm Lage inademingsdruk correct werkt. Er wordt van uitgegaan dat u de testlong hebt aangesloten, de instellingen van het beademingsapparaat hebt gecontroleerd en het apparaat hebt ingeschakeld zoals beschreven in het gedeelte Beginhandelingen.
  • Pagina 149 De alarminstellingen van het beademingsapparaat wijzigen Stel het alarm Lage inademingsdruk in op de waarde in tabel 14 hieronder. Instelling Waarde Lage inademingsdruk 6 cm H Tabel 14 - Alarminstelling Lage inademingsdruk D. Controleren of het alarm zichzelf reset wijzigen Wacht 40 seconden en controleer of de volgende kenmerken van een automatische reset aanwezig zijn: •...
  • Pagina 150 De menging controleren Schakel het beademingsapparaat in. Controleer met behulp van een externe zuurstofmonitor of aan het ingestelde FiO -niveau wordt voldaan. Het alarm controleren Schakel de zuurstofbron uit of koppel deze los van het beademingsapparaat. Wacht 1 minuut en controleer de volgende alarmsignalen: •...
  • Pagina 151 Controle van de batterijwerking Controleer voor gebruik bij een patiënt of de batterijen goed werken en volledig geladen zijn. 1. De werking van de afneembare en interne (lithium-ion) batterij controleren Sluit het apparaat aan op netspanning en controleer of het groene netspanningsledje op het voorpaneel brandt.
  • Pagina 152 2. De werking van de externe batterij controleren (indien beschikbaar) Sluit het apparaat aan op netspanning en controleer of het groene netspanningsledje brandt. Verbind het snoer van de externe batterij met de externe batterij en met het beademingsapparaat. Controleer of het symbool van de externe batterij wordt weergegeven op het beeldscherm en of enige lading aanwezig is.
  • Pagina 153 Als het niet mogelijk is het mislukte gedeelte te corrigeren, stuurt u het apparaat voor onderhoud en reparatie terug naar Philips Respironics of een geautoriseerd onderhoudscentrum. Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 154 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 11. Technische specificaties Omgevingsspecificaties In bedrijf Opslag Temperatuur 5 °C tot 40 °C -20 °C tot 60 °C Relatieve vochtigheid 15 tot 95% (niet-condenserend) 15 tot 95% (niet-condenserend) Atmosferische druk 110 kPa tot 60 kPa Het bedrijfsbereik voor het opladen van de interne en afneembare batterijen is 10 °C tot 30 °C. De interne en afneembare batterijen voorzien het beademingsapparaat van voeding in het gehele bedrijfsbereik van 5 °C tot 40 °C.
  • Pagina 155 4 tot 50 cm H SD-kaart en SD-kaartlezer Gebruik alleen SD-kaarten en SD-kaartlezers die door Philips Respironics worden geleverd, of de volgende: Gebruik uitsluitend door Philips Respironics goedgekeurde SD-kaarten van ten minste 1 GB SanDisk®-kaartlezer/-schrijver - SanDisk ImageMate - REF SDDR-99-A15...
  • Pagina 156 Nauwkeurigheid van de regelingen Parameter Bereik Nauwkeurigheid IPAP 4 tot 50 cm H De grootste waarde van 2 cm H O of 8% van de instelling EPAP 0 tot 25 cm H O voor actieve circuits De grootste waarde van 2 cm H O of 8% van de 4 tot 25 cm H O voor passieve circuits...
  • Pagina 157 Gemeten patiëntparameters Parameter Bereik Nauwkeurigheid Vte/Vti 0 tot 2000 ml De grootste waarde van 15 ml of 15% van de waarde Beademing per minuut 0 tot 99 l/min Berekening gebaseerd op gemeten Vte of Vti en ademsnelheid Geschatte leksnelheid 0 tot 200 l/min Ademsnelheid 0 tot 80 BPM De grootste waarde van 1 BPM of 10% van de...
  • Pagina 158 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 12. Woordenlijst In deze handleiding worden de volgende termen en afkortingen gebruikt. Term/afkorting Definitie Ondersteunde geregelde therapiemodus; de AC-modus levert ondersteunde en vereiste ademhalingen met een door de gebruiker ingesteld ingeademd ademvolume. Dit is een volumegeregelde modus. Ademvolume De hoeveelheid lucht die bij elke ademhaling in en uit de longen stroomt.
  • Pagina 159 Term/afkorting Definitie Ademhalingen per minuut BTPS Body Temperature and Pressure Saturated (lichaamstemperatuur, atmosferische druk, verzadigd met water); een standaardisering voor longvolumes en flowwaarden naar barometerdruk op zeeniveau, lichaamstemperatuur en verzadigd met waterdamp, van toepassing op de toestand van de lucht in de long. CPAP Continuous Positive Airway Pressure (constante positieve luchtwegdruk) Therapiemodus Geregelde beademing;...
  • Pagina 160 Term/afkorting Definitie IPAP Inspiratory Positive Airway Pressure (inspiratoire positieve luchtwegdruk) l/min Liter per minuut Ledje Light Emitting Diode (lichtgevende diode; led-lampje) Mean Airway Pressure (gemiddelde luchtwegdruk). Dit is de gemiddelde luchtwegdruk over een gehele ademhalingscyclus. De MAP-waarde die op het scherm wordt weergegeven is de gemiddelde MAP-waarde voor zes ademhalingen.
  • Pagina 161 Term/afkorting Definitie Obstructieve slaapapneu Drukgeregelde therapiemodus; de PC-modus levert ondersteunde en vereiste ademhalingen met een door de gebruiker ingestelde druk. Dit is een drukgeregelde modus. PC-SIMV De therapiemodus Pressure Control Synchronous Intermittent Mandatory Ventilation (Drukgeregelde gesynchroniseerde intermitterende vereiste beademing); de modus PC-SIMV voorziet in spontane, ondersteunde en vereiste ademhalingen.
  • Pagina 162 Term/afkorting Definitie Spontane ademhaling Ademhalingstype waarbij de ademhaling door de patiënt wordt getriggerd. Stijgtijd De stijgtijd is de tijd die het beademingsapparaat erover doet om van uitademing naar inademing om te schakelen. Vereiste ademhaling Een vereiste ademhaling wordt volledig geregeld door het beademingsapparaat.
  • Pagina 163 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 164 Trilogy 202 Gebruikershandleiding 13. EMC-informatie Leidraad en verklaring van fabrikant - elektromagnetische emissies Dit apparaat is bestemd voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De gebruiker van dit apparaat dient ervoor te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Emissietest Naleving Elektromagnetische omgeving - leidraad...
  • Pagina 165 Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit Dit apparaat is bestemd voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De gebruiker van dit apparaat dient ervoor te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest IEC 60601-testniveau Nalevingsniveau Elektromagnetische omgeving - leidraad...
  • Pagina 166 Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit Dit apparaat is bestemd voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De gebruiker van dit apparaat dient ervoor te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest IEC 60601- Nalevingsniveau Elektromagnetische testniveau...
  • Pagina 167 Aanbevolen tussenafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en dit apparaat Het apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waar de uitgestraalde RF-storingen onder controle worden gehouden. De klant of de gebruiker van dit toestel kan elektromagnetische storing helpen voorkomen door een minimale afstand te behouden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en dit toestel, zoals hierna aanbevolen, in overeenstemming met het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
  • Pagina 168 Trilogy 202 Gebruikershandleiding Index Systeemalarmen Hoge uitademingsdruk 38 Aandachtspunten 8, 15, 128 Lage circuitlekkage 38 Aansluiting afstandsalarm 18 Lage uitademingsdruk 38 Aansluiting externe batterij 18 Onderhoud beademingsapparaat vereist 37 Aansluiting van het ademhalingscircuit 17 Voedingsalarmen 109 Ademhalingscircuit Externe batterij niet aangesloten 45 Aansluiting 56 Alarmlog 90 Ademhalingstypes...
  • Pagina 169 Drukgeregelde modus 24 Drukinstelling 86 Instelling Alarmvolume 88 Dubbel voorschrift 35, 75 Instelling Helderheid LCD 88 Instelling IP-adresmodus 89 Instelling Primair voorschrift 96 EMC-informatie 155 Instelling Secundair voorschrift 96 EPAP 84 Instelling Soort circuit 76 Extra zuurstof 125 IPAP 84 IPAP-druk max.
  • Pagina 170 Netspanning 49 Volumegeregelde beademing 19 Netvoedingsingang 17 Voorpaneel Geel alarmledje 16 Knop Geluid onderbreken 15 Knop Omhoog/Omlaag 15 Patiëntcircuit Knop Start/Stop 15 Reiniging 117 Knoppen Links/Rechts 16 PC-SIMV-modus 25, 86 Ledjes op keypadverlichting 16 Poortblok voor uitademing 17 Netspanningsledje 16 Positieve einduitademingsdruk (PEEP) 86 Rood alarmledje 16 Problemen oplossen 121...
  • Pagina 171 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...
  • Pagina 172 Trilogy 202 Gebruikershandleiding Beperkte garantie Respironics, Inc. garandeert dat het Trilogy 202-systeem geen defecten in vakmanschap en materialen zal vertonen en zal werken volgens de productspecificaties gedurende een periode van twee (2) jaar na de datum van verkoop door Respironics, Inc. aan de dealer. Als het product niet werkt volgens de productspecificaties, zal Respironics, Inc.
  • Pagina 173 Om uw rechten uit hoofde van deze garantie uit te oefenen, dient u contact op te nemen met uw plaatselijke erkende Respironics, Inc. dealer of met Respironics, Inc.: 1001 Murry Ridge Lane Murrysville, Pennsylvania 15668-8550, VS +1-724-387-4000 Deutschland Gewerbestrasse 17 82211 Herrsching, Duitsland +49 8152 93060 Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202...