Inhoudsopgave
Advertenties
b.
Doe het volgende als uw circuit actieve PAP is:
1. Sluit de flexibele slang aan op een hulpmiddel voor actieve
uitademing met proximale druk.
A. Sluit het hulpmiddel voor actieve uitademing met proximale
druk aan op de flexibele slang die wordt bevestigd aan
het beademingsapparaat en de patiëntinterface (bijv. de
tracheostomieslang).
2. Sluit de proximaledrukleiding en de uitademingsklepleiding
zoals hieronder beschreven aan op het hulpmiddel voor actieve
uitademing met proximale druk en het universele poortblok op
het apparaat.
A. Bevestig de proximaledrukleiding (leiding van 0,476 cm) op
de proximaledrukpoort zoals aangegeven in de volgende
afbeelding.
B. Als het andere uiteinde van de proximaledrukleiding niet
is aangesloten op de Trilogy universele slangadapter voor
actieve PAP (of een gelijkwaardige slangadapter), sluit dit
dan aan op de wijze zoals hieronder afgebeeld.
C. Sluit de Trilogy universele slangadapter voor actieve PAP
aan op de bovenste, gestreepte poort op het universele
poortblok op het beademingsapparaat.
D. Sluit de uitademingsklepleiding (leiding van 0,317 cm) aan
op de uitademingskleppoort op de bovenkant van het
apparaat voor actieve uitademing met proximale druk.
E.
Sluit het andere uiteinde van de uitademingsklepleiding aan
op de uitademingskleppoort op het universele poortblok.
Hulpmiddel voor actieve
uitademing met proximale
druk
Opmerking: Beademing met een
passief circuit levert lekcompensatie
in zowel volume- als drukmodus.
Beademing met een actief PAP-
circuit levert geen lekcompensatie.
Oplettendheid is met name gepast
bij lage ademvolumes om te zorgen
voor toereikende bewaking van
uitgeademd ademvolume.
Bij patiënten die afhankelijk zijn van
beademing dient u altijd alternatieve
beademingsapparatuur, zoals
een reservebeademingsapparaat,
handmatig zuurstofapparaat of
soortgelijk toestel achter de hand te
houden.
Opmerking: Plaats onderdelen
met een pijl altijd in de juiste stand.
Als u een hulpmiddel voor actieve
uitademing met proximale druk
bij de patiënt bevestigt, dient u te
zorgen dat de proximaledrukpoort
van de patiënt af gericht is.
Opmerking: Het symbool
verschijnt naast de
uitademingskleppoort op het
universele poortblok om aan te
geven waar de leiding van de actieve
uitademingsklep wordt aangesloten.
Hoofdstuk 4 Installatie van het beademingsapparaat
WAARSCHUWING
57
Advertenties
Inhoudsopgave
