Inhoudsopgave
Advertenties
108
Regeling alarmvolume
Zoals uitgelegd in hoofdstuk 5 kunt u het alarmvolume aanpassen in
het menu Opties. U kunt kiezen tussen Luid en Zacht, afhankelijk van uw
voorkeur. Het decibelbereik van de alarmen is van 47 dB tot 92 dB.
Wat te doen wanneer een alarm afgaat
Wanneer een alarm afgaat, moet u de volgende stappen uitvoeren:
1.
Controleer bij een alarm altijd eerst de patiënt om te zien of er
voldoende beademing en zuurstof (indien van toepassing) wordt
toegediend.
2.
Bekijk de alarmindicators en luister naar het alarmgeluid. Kijk welke
kleur de knop Alarmindicator/Geluid onderbreken heeft (rood of geel)
en of de led ononderbroken brandt of knippert.
3.
Kijk op het beeldscherm om te zien welk alarmbericht wordt
weergegeven en of dit is gemarkeerd in rood of geel.
4.
Druk op de knop Alarmindicator/Geluid onderbreken om het
geluidsalarm tijdelijk te onderdrukken. Er verschijnt een visuele
indicator als u op het Bewakingsscherm bent (
bericht 'Geluid Ond. ' in de menustrook op het Alarmscherm.
5.
Zoek het alarm op in de alarmbeschrijvingen, verderop in dit hoofdstuk,
om de oorzaak van het alarm te bepalen en te zien welke maatregel
moet worden genomen.
Gebruikershandleiding voor de Trilogy 202
) of er verschijnt een
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat het alarmvolume
luid genoeg is afgesteld om
te worden gehoord door de
zorgverlener. Overweeg het gebruik
van een afstandsalarm of een
verpleegoproepsysteem.
WAARSCHUWING
Vertrouw er nooit op dat één enkel
alarm altijd een loskoppeling van
het circuit detecteert. Samen met het
alarm Circuit losgekoppeld moeten
de alarmen Laag ademvolume,
Lage beademing/min., Lage
ademsnelheid en Apneu worden
gebruikt.
Advertenties
Inhoudsopgave
