41
Alarm Hoog Vti
Dit is een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer het afgegeven
ademvolume gedurende drie achtereenvolgende ademhalingen groter is
dan de alarminstelling voor Hoog Vti. Het apparaat blijft werken. Het alarm
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er een ademhaling optreedt
waarbij het afgegeven ademvolume de alarminstelling voor Hoog Vti niet
bereikt.
Alarm Laag Vti
Dit is een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer het afgegeven
ademvolume gedurende drie achtereenvolgende ademhalingen kleiner is
dan de alarminstelling voor Laag Vti. Het apparaat blijft werken. Het alarm
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er een ademhaling optreedt
waarbij het afgegeven ademvolume groter is dan de alarminstelling voor
Laag Vti.
Alarm Hoge ademsnelheid
Dit is een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer de ademsnelheid
groter is dan de alarminstelling voor Hoge ademsnelheid. Het apparaat blijft
werken. Het alarm wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de gemeten
ademsnelheid kleiner is dan de alarminstelling voor Hoge ademsnelheid.
Alarm Lage ademsnelheid
Dit is een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer de ademsnelheid
kleiner is dan de alarminstelling voor Lage ademsnelheid. Het apparaat blijft
werken. Het alarm wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de gemeten
ademsnelheid groter is dan de alarminstelling voor Lage ademsnelheid.
Alarm Hoge inademingsdruk
Dit alarm treedt op in verschillende stadia en neemt toe van een hoorbare
piep bij de eerste twee voorvallen tot een alarm van hoge prioriteit als
het probleem aanhoudt. Het wordt bij volume- en druktherapiemodi op
verschillende manieren gedetecteerd.
In volumemodi klinkt het alarm als de gemeten patiëntdruk hoger is dan de
instelling Hoge inademingsdruk die door de clinicus is gekozen. Het alarm
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de inspiratoire piekdruk kleiner is
dan of gelijk is aan de alarminstelling voor Hoge inademingsdruk.
Hoofdstuk 3 Modi, functies en alarmen