Als voor afloop van het tijdvak een patiëntinspanning wordt waargenomen,
wordt bij de eerste inspanning een spontane of ondersteunde inademing
afgegeven. Als de vorige afgegeven ademhaling een vereiste ademhaling
was, wordt bij de eerste patiëntinspanning binnen het tijdvak een spontane
ademhaling afgegeven. Als de vorige afgegeven ademhaling ondersteund of
spontaan was, wordt bij de eerste patiëntinspanning binnen het tijdvak een
ondersteunde ademhaling afgegeven. Ondersteunde ademhalingen leveren
tijdens inademing het voorgeschreven ademvolume en tijdens uitademing
de ingestelde PEEP. Spontane ademhalingen worden geleverd boven de
ingestelde PEEP (met compensatie voor PEEP).
Als na de eerste door de patiënt geactiveerde ademhaling binnen hetzelfde
tijdvak nog steeds patiëntinspanning wordt waargenomen, worden tijdens
de rest van het tijdvak spontane ademhalingen afgegeven. Spontane
ademhalingen leveren tijdens inademing de voorgeschreven instelling voor
de drukondersteuning boven de PEEP en tijdens uitademing de PEEP. De
afbeelding hieronder toont voorbeelden van ademhalingspatronen in
SIMV-modus.
Ademvolume = 500 ml
Ademsnelheid = 5 BPM
Inademingstijd = 3,0 seconde
Drukondersteuning = 10 cm H
PEEP = 6 cm H
O
2
DRUK
12 seconden
M
S
26
20
10
2
1
1
6
Begin SIMV-modus
5
10
= Drukondersteunde
1
ademhaling
= Vereiste ademhaling
2
O
2
= Ondersteunde ademhaling
3
12 seconden
12 seconden
M
S
M
3
1
15
20
25
30
= Vereist tijdvak
M
= Spontaan tijdvak
S
12 seconden
M
2
35
40
45
DUUR
Hoofdstuk 3 Modi, functies en alarmen
SIMV-modus
29