Armleuning instellen
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 73.
›
Om de hoogte in te stellen de armleuning in pijlrichting
grendelstanden optillen
» afb.
73.
›
Om omlaag te klappen de armleuning in pijlrichting
aanslag optillen en dan weer omlaagklappen.
Zitplaatsen achterin
Rugleuningen
Afb. 74 Rugleuning neerklappen / paraatheidsstand van de veiligheids-
gordel
Alvorens de rugleuningen naar voren te klappen de voorstoelen zodanig ver-
stellen, dat deze door de neergeklapte rugleuningen niet worden beschadigd.
Zo nodig de hoofdsteunen verwijderen
Neerklappen
›
De hoofdsteunen tot de aanslag in de rugleuningen schuiven.
74
Bediening
Afb. 73
Armleuning instellen
A
in een van de vier
voorbij de bovenste
A
» pag.
76.
›
De buitenste veiligheidsgordel naar de zijbekleding in pijlrichting
» afb.
74.
›
De ontgrendelingsgreep
in pijlrichting
A
richting
neerklappen.
3
Bij de ongedeelde rugleuning moeten de beide buitenste veiligheidsgordels
naar de zijbekleding worden getrokken en de ontgrendelingshandgrepen
aan beide zijden van de rugleuning gelijktijdig worden ingedrukt.
Terugklappen
›
De buitenste veiligheidsgordel naar de zijbekleding in pijlrichting
» afb.
74.
›
De rugleuning tegen de pijlrichting
hoorbaar vergrendelt. Dit controleren door aan de rugleuning te trekken.
A
›
Verzeker u ervan dat de rode markering
Bij de ongedeelde rugleuning moeten de beide buitenste veiligheidsgordels
naar de zijbekleding worden getrokken. Na het terugklappen van de rugleuning
moeten de ontgrendelingsgrepen
baar vergrendelen en mag de rode pen
rugleuning zichtbaar zijn.
ATTENTIE
De rugleuningen moeten in geval van bezette zitplaatsen achterin correct
■
vergrendeld zijn.
Bij het vervoeren van voorwerpen die vastgezet zijn in de vergrote baga-
■
geruimte, die ontstaat door het naar voren klappen van rugleuning, moet
beslist worden gelet op het waarborgen van de veiligheid van de persoon
die op de resterende zitplaats achterin zit.
De rugleuningen moeten goed zijn vergrendeld, zodat er bij plotseling
■
remmen geen voorwerpen vanuit de bagageruimte in de passagiersruimte
kunnen glijden - kans op letsel.
VOORZICHTIG
Bij het bedienen van de rugleuningen mogen de veiligheidsgordels niet bekneld
raken - gevaar voor beschadiging van de veiligheidsgordels.
Let op
De slotgesp van de buitenste veiligheidsgordel
den gestoken - paraatheidsstand
drukken en de rugleuning in pijl-
2
in optillen tot de ontgrendelingsgreep
3
niet zichtbaar is.
B
aan beide zijden van de rugleuning hoor-
A
aan geen van beide zijden van de
B
kan in de zijbekleding wor-
C
» afb.
74.
trekken
1
A
trekken
1