Remsysteem
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 40.
brandt - het remvloeistofpeil in het remsysteem is te laag.
De motor afzetten,
niet verder rijden! De hulp van een specialist inroepen.
▶
ATTENTIE
Een storing aan het remsysteem kan leiden tot een langere remweg bij het
remmen - gevaar voor ongevallen!
Gordelwaarschuwingslampje voor
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 40.
brandt - de bestuurder resp. bijrijder heeft de veiligheidsgordel niet omge-
gespt.
Bij een snelheid hoger dan 30 km/h knippert het controlelampje
gelijktijdig een akoestisch waarschuwingssignaal.
Als de bestuurder resp. bijrijder de veiligheidsgordel vervolgens niet binnen ca.
2 seconden omgespt, wordt de waarschuwingstoon uitgeschakeld en brandt
het controlelampje
continu.
Automatische afstandsregeling (ACC)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 40.
brandt - de vertraging van de ACC is onvoldoende.
Het rempedaal intrappen.
▶
Meer informatie over het ACC-systeem
Stuurbekrachtiging/vergrendeling stuurinrichting
(motorstart door druk op de knop)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 40.
Storing in de stuurbekrachtiging
brandt - de stuurbekrachtiging is volledig uitgevallen en voor het sturen is
aanmerkelijk meer kracht nodig.
en klinkt er
» pag.
199.
brandt - de stuurbekrachtiging is gedeeltelijk uitgevallen en voor het sturen
kan meer kracht nodig zijn.
Het contact uitschakelen, de motor opnieuw starten en een korte afstand rij-
▶
den.
Als het controlelampje
niet uit gaat, de motor afzetten,
▶
den. De hulp van een specialist inroepen.
▶
Als het controlelampje
niet uit gaat, kan voorzichtig verder worden gere-
den. Onmiddellijk de hulp van een specialist inroepen.
Vergrendeling stuurinrichting defect (motorstart door druk op de knop)
Als waarschuwing klinkt bovendien een akoestisch signaal.
Stuurvergrendeling defect. Stop!
knippert
STUURINRICHTING DEFECT STOP
▶
De motor afzetten,
niet verder rijden. Na het uitschakelen van het contact
zal het niet meer mogelijk zijn de stuurinrichting te vergrendelen, de elektri-
sche verbruikers te activeren (bv. infotainment), het contact weer in te scha-
kelen en de motor te starten. De hulp van een specialist inroepen.
Stuurvergrendeling: werkplaats!
knippert
STUURINRICHTING WERKPLAATS
Er kan voorzichtig verder worden gereden. Onmiddellijk de hulp van een spe-
▶
cialist inroepen.
Vergrendeling stuurinrichting niet ontgrendeld (motorstart door druk op de
knop)
Stuurwiel bewegen, alstublieft.
knippert
STUURWIEL BEWEGEN
▶
Het stuurwiel iets heen en weer bewegen, daardoor kan de vergrendeling
van de stuurinrichting gemakkelijker worden ontgrendeld.
Wanneer de stuurinrichting niet wordt ontgrendeld, dan moet de hulp van
▶
een specialist worden ingeroepen.
Losmaken van de accukabels
Als de accukabels zijn losgemaakt en weer zijn aangesloten, gaat na het inscha-
kelen van het contact het controlelampje
Na even te hebben gereden, moet het controlelampje doven.
Als de motor opnieuw wordt gestart en het controlelampje na een korte rit
niet uitgaat, is er sprake van een storing in het systeem.
niet verder rij-
branden.
Instrumenten en controlelampjes
41