VOORZICHTIG
Het camerabeeld is in vergelijking met het echte zicht vervormd. Daarom is
■
de beeldschermweergave maar beperkt geschikt om de afstand tot achterlig-
gers in te schatten.
Sommige obstakels (bv. smalle palen, gaashekwerk, roosters of oneffenhe-
■
den in het wegdek) kunnen als gevolg van de beeldschermresolutie mogelijk
onvoldoende goed worden weergegeven.
Bij een aanrijding resp. schade aan de achterzijde van de wagen kan de came-
■
ra eventueel uit de juiste stand worden gebracht. In dit geval moet het sys-
teem door een specialist worden gecontroleerd.
Let op
De camera kan zijn voorzien van een reinigingssysteem
en volgt automatisch samen met het besproeien van de achterruit.
Werking
Afb. 227 Inbouwplaats van de camera / detectiebereik achter de wagen
Lees en bekijk eerst
en
De camera voor het registreren van het gebied achter de wagen zit in de greep
van de achterklep
» afb.
227.
Bereik achter de wagen
» afb. 227
Registratiegebied van de camera
A
Vlakken buiten het registratiegebied van de camera
B
1)
Het gebied achter de wagen kan nog enkele seconden na het uit de achteruitversnelling schakelen worden
weergegeven.
» pag.
71. Het besproei-
op bladzijde 194.
Het systeem kan de bestuurder tijdens het inparkeren en manoeuvreren onder
de volgende voorwaarden ondersteunen.
Het contact is ingeschakeld.
De achteruitversnelling is ingeschakeld.
De achterklep is volledig gesloten.
De rijsnelheid is lager dan 15 km/h.
Het gebied achter de wagen is duidelijk zichtbaar.
Het gekozen inparkeer-/manoeuvregebied is goed overzichtelijk en vlak.
Let op
De beeldschermweergave kan door het indrukken van symbooltoets
■
» afb. 225
op pag. 194 worden afgebroken.
Na het uit de achteruitversnelling schakelen, wordt automatisch de parkeer-
■
hulp weergegeven (variant 2, 3)
» pag.
Oriënteringslijnen en functietoetsen
Afb. 228 Infotainmentbeeldscherm: Oriënteringslijnen / functietoetsen
Lees en bekijk eerst
en
Op het beeldscherm worden samen met het bewaakte gebied achter de wa-
gen ook oriënteringslijnen weergegeven.
1)
192.
op bladzijde 194.
Hulpsystemen
195