Handmatig schakelen (Tiptronic)
Lees en bekijk eerst
en
De tiptronic biedt de mogelijkheid om handmatig via de keuzehendel te scha-
kelen. Deze stand kan zowel bij stilstand als ook tijdens het rijden worden ge-
kozen.
Omschakelen naar handmatig schakelen met de keuzehendel
›
De keuzehendel vanuit stand D/S naar rechts (bij wagens met rechts stuur
naar links) drukken. De actueel ingeschakelde versnelling blijft behouden.
Schakelen
›
Om op te schakelen de keuzehendel naar voren
›
Om terug te schakelen de keuzehendel naar achteren
217.
De actueel ingeschakelde versnelling wordt op het display
185 weergegeven.
Bij het schakelen op het schakeladvies letten
Bij het accelereren schakelt de versnellingsbak kort voor het bereiken van het
maximaal toegestane motortoerental automatisch op naar de volgende ver-
snelling. Als een lagere versnelling wordt gekozen, schakelt de versnellingsbak
pas terug wanneer een te hoog motortoerental niet meer mogelijk is.
Let op
In sommige gevallen, bv. bij bergafwaarts rijden, kan het voordelig zijn hand-
matig te schakelen. Door het terugschakelen wordt de belasting van de rem-
men en daarmee de remslijtage verminderd.
186
Rijden
Afb. 217
Keuzehendel
op bladzijde 184.
aantippen
» afb.
+
aantippen
-
» afb. 215
» pag.
49.
Wegrijden en rijden
Lees en bekijk eerst
Wegrijden en tijdelijk stoppen
›
Het rempedaal intrappen en vasthouden.
›
De motor starten.
›
De grendelknop indrukken en de keuzehendel in de gewenste stand zetten
» pag.
185.
›
Het rempedaal loslaten en gas geven.
Bij het tijdelijk stoppen (bv. bij een kruising) hoeft stand N niet te worden inge-
steld. Hier moet het rempedaal worden ingetrapt om te voorkomen dat de wa-
gen wegrolt.
Tijdens het rijden maximaal accelereren (kickdownfunctie)
Bij het volledig intrappen van het gaspedaal in de stand voor vooruitrijden
wordt de kickdownfunctie ingeschakeld.
Er wordt een zodanige versnelling gekozen, dat de maximale acceleratie wordt
bereikt.
ATTENTIE
Een vlotte acceleratie kan (bv. op een glad wegdek) leiden tot het verlies
217.
van de controle over de wagen - gevaar voor ongevallen!
» afb.
Motor inrijden en zuinig rijden
op pag.
Motor inrijden
Tijdens de eerste 1 500 km is de rijstijl bepalend voor de kwaliteit van het in-
loopproces bij de nieuwe motor.
Tijdens de eerste 1.000 km de motor niet met meer dan 3/4 van het maximaal
toegestane motortoerental belasten en niet met een aanhangwagen rijden.
Tussen 1.000 en 1.500 km kan de motorbelasting geleidelijk worden opge-
voerd tot het maximaal toegestane motortoerental.
Tips voor zuinig rijden
Het brandstofverbruik is o.a. afhankelijk van de rijstijl, de staat van het wegdek
en de weersomstandigheden.
en
op bladzijde 184.