VOORZICHTIG
Het glas van de gloeilamp niet met blote vingers aanraken - ook de allerklein-
■
ste vervuiling verkort de levensduur van de gloeilamp. Een schone doek, servet
of iets dergelijks gebruiken.
De afdekking van de gloeilamp in de koplamp moet altijd goed worden ge-
■
plaatst, anders kan er water en vuil in de koplamp komen, gevaar voor schade
aan de koplamp.
Let op
Wij adviseren altijd een doosje met reservegloeilampjes in de wagen mee te
nemen.
Overzicht van gloeilampjes in de halogeenkoplampen
Afb. 300 Linkerkoplamp: Halogeenkoplampen / halogeen-projectorko-
plampen
Lees en bekijk eerst
en
Overzicht van de gloeilampjes
» afb. 300
Dagrijverlichting
A
Dim-, groot- en stadslicht
B
Knipperlicht
C
Dimlicht
D
Groot- en knipperlicht
E
op bladzijde 256.
Afdekking in de voorste wielkuip verwijderen/aanbrengen
Lees en bekijk eerst
en
Voor het vervangen van enkele gloeilampjes moet de afdekking in de voorste
wielkuip worden verwijderd.
De informatie over een eventueel vereist verwijderen van de afdekking staat in
de beschrijving van het betreffende te vervangen lampje.
Verwijderen
›
De voorwielen naar het midden van de wagen draaien.
›
De beugel voor het lostrekken van de wieldoppen
schap in de uitsparing in de afdekking geleiden.
›
De afdekking verwijderen door de haak in pijlrichting te trekken
Aanbrengen
›
De afdekking in de betreffende opening plaatsen en erin drukken.
De afdekking moet correct vastklikken.
Afb. 301
Kunststof afdekking verwijde-
ren
op bladzijde 256.
» pag.
241, Wagengereed-
» afb.
Zekeringen en gloeilampjes
301.
257