ATTENTIE
De ACC uit veiligheidsoverwegingen niet in de volgende situaties gebrui-
ken.
Bij het nemen van afritten op snelwegen of bij wegwerkzaamheden om zo
■
een ongewenste acceleratie naar de opgeslagen snelheid te voorkomen.
Bij slecht zicht (bv. mist, stortregen, hevige sneeuwval).
■
Op slecht wegdek (bv. ijzel, gladde rijbaan, grind, onverhard wegdek).
■
Bij het rijden door "scherpe" bochten of op steile hellingen/afdalingen.
■
Bij het rijden door plaatsen waar zich metalen objecten bevinden (bv. me-
■
talen loodsen, spoorbanen en dergelijke).
Bij het rijden door ingedeelde gesloten ruimtes (bv. parkeergarages, veer-
■
boten, tunnels en dergelijke).
Let op
De ACC is met name bedoeld voor gebruik op snelwegen.
■
De ACC vermindert de snelheid door automatisch het gas los te laten resp.
■
met een remingreep. Indien een automatische snelheidsvermindering met een
remingreep plaatsvindt, gaat het remlicht branden.
Bij het uitvallen van meer dan één remlicht van de wagen of van een aange-
■
sloten aanhangwagen is de ACC niet beschikbaar.
De regeling wordt automatisch afgebroken bij een ingreep van remonders-
■
teunende hulpsystemen (bv. ESC) of bij het overschrijden van het maximaal
toegestane motortoerental.
Instellingen in het infotainment
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 199.
›
In het infotainment in het menu
teem aantippen.
ACC (afstandsregeling) - Instelling van de automatische afstandsregeling
■
Rijprogramma: - Instelling van de acceleratie bij ingeschakelde automatische
■
afstandsregeling
Laatstgekozen afstand - In-/uitschakelen van de laatstgekozen afstand
■
Afstand: - Instelling van de afstandsbewaking t.o.v. vooruitrijdende voertui-
■
gen
200
Rijden
de functietoets → Bestuurdershulpsys-
Werking
Afb. 235 Display van het instrumentenpaneel: Voorbeelden van ACC-
meldingen
Afb. 236 Display van het instrumentenpaneel: Voorbeelden van statusin-
dicaties van de ACC
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 199.
De ACC biedt de mogelijkheid een snelheid van 30-160 km/h alsmede de af-
stand ten opzichte van voorliggers in een bereik van een zeer korte tot een
zeer lange afstand in te stellen.
De ACC past de ingestelde snelheid aan de herkende voorligger aan en houdt
hierbij de geselecteerde afstand aan.
De ACC kan met behulp van de radarsensor een voorligger op een afstand van
circa 120 m herkennen.