Deze snelheidsbegrenzingen kunnen door het aantippen van de functietoets
→ Maximumsnelheid in het hoofdmenu Navigatie worden weergegeven.
Navigatiemeldingen
Het infotainment geeft tijdens de routegeleiding navigatiemeldingen.
De navigatiemeldingen worden door het infotainment gegenereerd. Een per-
fecte verstaanbaarheid van de melding (bv. straat- of stadnaam) kan niet altijd
worden gegarandeerd.
De laatste navigatiemelding kan in het hoofdmenu Navigatie door het aantip-
pen van de functietoets → worden herhaald.
Het tijdstip van de navigatiemelding is afhankelijk van het wegtype waarop
wordt gereden en de gereden snelheid.
De soort van de navigatiemeldingen kan worden gekozen: → Navigatiemeldin-
gen.
Let op
De routegeleiding op de meestgebruikte route vindt plaats zonder navigatie-
meldingen.
Meestgebruikte routes
De meestgebruikte routes worden door het infotainment automatisch opge-
slagen. Hiervan kunnen max. 3 routes worden aangeboden die het beste over-
eenkomen met de actuele tijd, de dag van de week en de wagenpositie.
Een routegeleiding naar een van de meestgebruikte routes kan worden gestart
zolang geen routegeleiding plaatsvindt.
›
Voor de weergave van het menu met de meestgebruikte routes, in het extra
venster de functietoets Meestgebruikte routes → Op kaart tonen aantippen.
›
De gewenste route kiezen.
Er volgt een berekening van de gekozen route en de routegeleiding start.
De menuweergave in het extra venster kan in het hoofdmenu Navigatie door
het aantippen van de functietoets → Routeopties → Meestgebruikte routes in-/uit-
geschakeld worden.
De opgeslagen meestgebruikte routes kunnen in het hoofdmenu Navigatie
door het aantippen van de functietoets → Geheugen beheren → Gebruikersgege-
vens wissen → Meestgebruikte routes gewist worden.
Let op
De routegeleiding op de meestgebruikte route vindt plaats zonder navigatie-
meldingen.
Beëindigen van de routegeleiding
De routegeleiding kan op een van de volgende manieren worden beëindigd.
›
Het definitieve reisdoel wordt bereikt.
›
In het hoofdmenu Navigatie door het aantippen van de functietoets → Rou-
tegeleiding stoppen.
›
Door het uitschakelen van het contact gedurende langer dan 120 min.
Afbreken van de routegeleiding
Als het contact uit- en weer ingeschakeld wordt, dan wordt de routegeleiding,
afhankelijk van de onderbroken tijd, op een van de volgende manieren voortge-
zet.
▶
Binnen 15 minuten - de routegeleiding wordt voortgezet rekening houdend
met de berekende route.
▶
Van 15 min tot 120 min - na het bevestigen van de melding in het infotain-
mentbeeldscherm wordt de routegeleiding voortgezet rekening houdend
met de berekende route.
Na 120 minuten - de routegeleiding wordt beëindigd.
▶
Route
Routeplan
Afb. 205 Routeplan: Een routedoel / meerdere routedoelen
173
Navigatie