›
De achterklep sluiten.
VOORZICHTIG
Let erop dat bij het inbouwen van het achterlicht de kabelstreng niet wordt
■
ingeklemd tussen de carrosserie en de verlichting - gevaar voor beschadiging
van de elektrische installatie en waterlekkage.
Wij adviseren, om bij onzekerheid of de kabelstreng niet is ingeklemd, de
■
aansluiting van het achterlicht door een specialist te laten controleren.
Bij het uit- en inbouwen van het achterlicht erop letten, dat de lak van de wa-
■
gen en het achterlicht niet worden beschadigd.
Gloeilampjes in het achterlicht vervangen
Afb. 312 Buitenste gedeelte van achterlicht / gloeilampje verwijderen /
lamphouder
Lees en bekijk eerst
en
Buitenste gedeelte van het achterlicht
›
De fitting met het gloeilampje
›
De fitting met het gloeilampje in pijlrichting
›
Het gloeilampje door heen en weer te bewegen eruit trekken.
›
Een nieuw gloeilampje in de fitting aanbrengen.
›
De fitting met het gloeilampje weer in het lamphuis plaatsen en tot de aan-
slag tegen de pijlrichting
draaien.
1
Binnenste gedeelte van het achterlicht
›
De fittingen met de gloeilampjes
›
De fittingen met de gloeilampjes in pijlrichting
ren.
›
De fitting in de met pijlen gemarkeerde gedeeltes ontgrendelen
de fitting uit de lamp verwijderen.
op bladzijde 256.
in pijlrichting
draaien
» afb.
A
1
uit het lamphuis verwijderen.
2
in pijlrichting
draaien
» afb.
A
1
uit het lamphuis verwijde-
2
›
Het betreffende gloeilampje tot de aanslag linksom draaien en uit de houder
verwijderen.
›
Een nieuw gloeilampje in de houder plaatsen en tot de aanslag rechtsom
draaien.
›
De lamphouder in het achterlicht plaatsen. De houder moet goed vergrende-
len.
›
De fittingen met de gloeilampjes
de pijlrichting
312.
312.
» afb. 312
en
weer in het lamphuis plaatsen en tegen
A
tot de aanslag draaien.
1
Zekeringen en gloeilampjes
263