bandenspanningmeter,
7
12 volt kabelstekker,
8
aan-uitschakelaar,
9
fles met bandenafdichtmiddel,
10
reserve-ventielinzetstuk.
11
Let op
De conformiteitsverklaring zit bij de luchtcompressor of in de wagendocumen-
tiemap.
Voorbereidende werkzaamheden voor gebruik van de
bandenafdichtset
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 245.
Veiligheidshalve vóór een wielreparatie langs de weg de volgende
aanwijzingen in acht nemen.
›
De wagen zo ver mogelijk van het rijdende verkeer neerzetten - hiertoe een
plaats met een vlakke en stevige ondergrond kiezen.
›
De motor afzetten.
›
Bij wagens met schakelbak de 1e versnelling inschakelen.
›
Bij wagens met automatische versnellingsbak de keuzehendel in stand P
plaatsen.
›
De handrem stevig aantrekken.
›
De alarmlichten inschakelen en de gevarendriehoek op de voorgeschreven
afstand opstellen.
›
Alle passagiers laten uitstappen. Tijdens de reparatie moeten de passagiers
zich naast de weg ophouden (bv. achter de vangrail).
›
Indien een aanhangwagen is aangekoppeld, dan deze afkoppelen.
Band afdichten en oppompen
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 245.
Afdichten
›
Het ventieldopje van de beschadigde band afschroeven.
›
De ventielsleutel
» afb. 282
2
ken dat deze in de sleuf van de ventielsleutel past.
›
Het ventielinzetstuk uit het ventiel draaien en op een schone ondergrond
(doek, stuk papier en dergelijke) leggen.
246
Tips om het zelf te doen
op pag. 245 zo over het ventielinzetstuk ste-
›
De fles
enkele malen krachtig schudden.
10
›
De vulslang
stevig op de fles
3
wordt doorgeprikt.
›
De sluitstop van de vulslang
3
aansluiten.
›
De fles
ondersteboven houden en de gehele inhoud afdichtmiddel uit de
10
fles in de band vullen.
›
De vulslang van het bandventiel verwijderen.
›
Het ventielinzetstuk met de ventielsleutel
Oppompen
›
De vulslang
» afb. 282
op pag. 245 stevig op het bandenventiel schroeven.
7
›
Bij wagens met schakelbak de versnellingshendel in de neutraalstand plaat-
sen.
›
Bij wagens met automatische versnellingsbak de keuzehendel in stand P la-
ten.
›
De motor starten.
›
De stekker
in het 12 volt stopcontact steken
6
›
De luchtcompressor met de aan-uitschakelaar
›
Zodra een bandenspanning van 2,0-2,5 bar is bereikt, de luchtcompressor
uitschakelen. De maximale werkingstijd van de luchtcompressor volgens de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de bandenafdichtset opvolgen
›
Als de bandenspanning van 2,0 - 2,5 bar niet werd bereikt, de vulslang
het ventiel afschroeven.
›
De wagen ongeveer 10 meter voor- of achteruitrijden, zodat het afdichtmid-
del zich in de band kan "verdelen".
›
De vulslang van de luchtcompressor
en het oppompen herhalen.
›
De betreffende sticker
op het dashboard in het gezichtsveld van de be-
1
stuurder aanbrengen.
Bij een bandenspanning van 2,0-2,5 bar kan de rit met maximaal 80 km/h resp.
50 mph worden voortgezet.
ATTENTIE
Als de band niet tot ten minste 2,0 bar kan worden opgepompt, is de be-
■
schadiging te groot. Het afdichtmiddel is niet in staat de band te dichten.
Niet verder rijden! De hulp van een specialist inroepen.
De bandenvulslang en de luchtcompressor kunnen bij het oppompen heet
■
worden - er bestaat gevaar voor verbranding.
draaien. De folie op de vuldop van de fles
10
verwijderen en de fles op het bandenventiel
weer in het ventiel schroeven.
2
» pag.
84.
inschakelen.
9
opnieuw stevig op het ventiel draaien
7
»
.
7
van